Uitspraak
[appellant],
De Graaf,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Verder over de grieven
[E] en de psychiater dr. [F] . Ika-Ned zal de coördinatie van het onderzoek door deze deskundigen voor haar rekening nemen en voor de facturering van de kosten van de deskundigen zorgdragen.
medisch deskundigenen ziet, zoals de naam al aangeeft, op het causaal verband
na ongeval. In dit geval is geen sprake van een ongeval, maar van een blootstelling aan gevaarlijke stoffen (te weten vluchtige stoffen) en wordt het onderzoek niet alleen verricht door medici. Het hof zal dan ook uitgaan van de door [appellant] voorgestelde vraagstelling, met enkele aanpassingen. Het hof tekent daarbij aan dat De Graaf als bezwaar tegen de door [appellant] voorgestelde vraagstelling slechts heeft aangevoerd dat de vraagstelling ook betrekking heeft op de blootstelling. Naar het oordeel van het hof zijn vragen over de (mogelijke) gevolgen van de blootstelling essentieel voor een oordeel over het verband tussen de blootstelling en de gezondheidsklachten van [appellant] .
- het hof zal vraag 12 achterwege laten, omdat deze naast vraag 11 geen toegevoegde waarde heeft;
- het hof zal de vragen toespitsen op de blootstelling in 1999-2000;
- het hof zal expliciet vragen naar de mogelijke invloed van de stresserende gezinssituatie van [appellant] op het ontstaan en voortbestaan van diens gezondheidsklachten;
- het hof zal ook vraag 16 achterwege laten. Deze vraag zou pas aan de orde komen indien het verband tussen de gezondheidsklachten van [appellant] en de blootstelling in 1999-2000 is vastgesteld en dan ter discussie staat of [appellant] dezelfde gezondheidsklachten zou hebben gehad indien De Graaf haar zorgplicht niet zou hebben geschonden. Het gaat bij deze vraag niet om het causaal verband tussen de blootstelling en de gezondheidsklachten, het onderwerp van het deskundigenbericht, maar om het causaal verband tussen de gezondheidsschade en de schending van de zorgplicht door De Graaf. De vraag naar dit causaal verband is niet door De Graaf, op wie ter zake stelplicht en bewijslast rusten, opgeworpen en behoeft dan ook geen beantwoording;
- het hof zal enkele vragen herformuleren.
Blootstelling
3.De beslissingHet gerechtshof, alvorens nader te beslissen:
drie maandenna het bericht van de griffie betreffende de ontvangst van het voorschot;