In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een vrijwaringsincident. In eerste aanleg was de vrijwaring van een aantal partijen toegestaan, maar deze partijen waren niet opgeroepen omdat er geen belang meer bij was. De geïntimeerde, Bureau Pals B.V., verzocht opnieuw om toestemming om dezelfde partijen in vrijwaring op te roepen. Het hof heeft deze toestemming geweigerd, verwijzend naar vaste rechtspraak van de Hoge Raad die stelt dat een partij niet voor het eerst in hoger beroep in vrijwaring kan worden opgeroepen.
De procedure begon met een dagvaarding in hoger beroep op 29 februari 2016, gevolgd door verschillende memorie's en een incidentele memorie tot oproeping in vrijwaring. Bureau Pals had in eerste aanleg gevorderd dat Sierduif B.V. zou worden veroordeeld tot terugbetaling van € 10.000,-, wat door de kantonrechter werd toegewezen. In het incident vorderde Bureau Pals om Adbeco, Aghetwee, Rendero, Platini en een natuurlijke persoon in vrijwaring op te roepen. Sierduif verzet zich hiertegen, stellende dat dit de hoofdzaak nodeloos vertraagt.
Het hof oordeelde dat de incidentele vordering niet toewijsbaar was, omdat de genoemde partijen in eerste aanleg niet waren opgeroepen en hen een feitelijke instantie zou worden onthouden. Het hof benadrukte dat de wet geen mogelijkheid biedt om een derde voor het eerst in hoger beroep in vrijwaring op te roepen. De vordering van Bureau Pals werd afgewezen, en de kosten van het incident werden gereserveerd voor de einduitspraak. De hoofdzaak werd verwezen naar de rol voor verdere voortgang.