Uitspraak
[verzoeker],
Tempo-Team,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
5.De beoordeling in hoger beroep
grief Ibetwist [verzoeker] de overweging van de kantonrechter dat, nu partijen daarover geen andersluidend standpunt hebben ingenomen, een beëindiging van de uitzendrelatie om een dringende reden als bedoeld in artikel 7:677 BW doorwerkt in de relatie tussen [verzoeker] en Tempo-Team.
grief IIheeft de kantonrechter ten onrechte geoordeeld dat opzegging en mededeling van de dringende reden onverwijld hebben plaatsgevonden. [verzoeker] gelooft niet dat Delta Lloyd, zoals Tempo-Team in eerste aanleg heeft gesteld, pas op 8 maart 2016 het vermoeden kreeg dat hij fraudeerde bij de behandeling van schadeclaims. Hij gelooft ook niet dat Delta Lloyd Tempo Team niet eerder dan op 8 maart 2016 heeft geïnformeerd. De 'jongste' verdachte claim (van de broer van [verzoeker] ) dateert van 30 januari 2016.
grief IIIkomt [verzoeker] op tegen de zinsnede dat het onwaarschijnlijk is dat hij de vermelde goederen zuiver toevallig via Marktplaats in bezit heeft gekregen. Hij heeft bij zijn schadeclaim de originele aankoopnota's overgelegd die hij bij aankopen via Marktplaats van de verkopers krijgt. Daarop is hij bedacht omdat hij wil voorkomen dat hij gestolen goederen koopt. Naast die originele nota's heeft hij ook ander bewijsmateriaal meegegeven aan de schade-expert: e-mails met verkopers op Marktplaats, bankafschriften, foto's van de gestolen spullen en verpakkingen. Indien hij de aankoopbonnen uit dossiers van Delta Lloyd zou hebben gehaald, hetgeen hem overigens niet verweten wordt, zou hij dat met voorbedachten rade hebben moeten doen. Op de datum van diefstal uit zijn woning, 2 mei 2015, was hij immers niet werkzaam bij Delta Lloyd. Daar komt bij dat [verzoeker] geen originele stukken meer in handen kreeg sinds de invoering van een het BPMS-systeem, aldus [verzoeker] .
grief IVbetoogt [verzoeker] nog dat de kantonrechter hem ten onrechte een verwijt maakt met betrekking tot de claim van zijn broer. Het mag zo zijn dat [verzoeker] die claim niet heeft behandeld, hij heeft wel geholpen bij het opstellen ervan, zoals hij heeft erkend, en hij heeft daarover wisselende verklaringen afgelegd.
grief VIkomt [verzoeker] op tegen de overweging waarin de kantonrechter ingaat op de betekenis van de eed of belofte die door [verzoeker] afgelegd zou zijn bij Delta Lloyd.