Uitspraak
kantoorhoudende te [kantoorplaats].
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Beoordeling
23 maart 2013 om 12.28 uur op de trajectcontrole A4 rechts te Leidschendam met het voertuig met het kenteken [kenteken].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 22 januari 2015 een beroep ongegrond verklaarde dat was ingesteld door de betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 110,- opgelegd gekregen wegens overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen. De gemachtigde stelde dat de kantonrechter had miskend dat de officier van justitie een termijn voor het indienen van gronden had moeten geven en dat de hoorplicht niet genegeerd kon worden. Het hof oordeelde dat de kantonrechter de beslissing van de officier van justitie niet in stand had mogen laten, omdat de gemachtigde geen gelegenheid had gekregen om zijn gronden aan te vullen. Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep gegrond, waardoor de beslissing van de officier van justitie werd vernietigd.
Vervolgens beoordeelde het hof het beroep tegen de inleidende beschikking, waarbij de betrokkene was beboet voor een snelheid van 119 km/h, terwijl hij stelde dat hij niet harder dan 105 km/h reed. Het hof oordeelde dat de verklaring van de verbalisant en de bewijsstukken, waaronder foto's, voldoende waren om de snelheid vast te stellen. De argumenten van de gemachtigde werden als onvoldoende beschouwd, en het beroep tegen de inleidende beschikking werd ongegrond verklaard.
Ten slotte werd het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat de werkzaamheden van de gemachtigde niet redelijkerwijs in het belang van de betrokkene waren verricht. Het hof concludeerde dat er geen kosten waren die de betrokkene redelijkerwijs had moeten maken voor rechtsbijstand. Het arrest werd uitgesproken door mr. De Witt, met mr. Vlieger-Dijkstra als griffier.