ECLI:NL:GHARL:2017:11537
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Beschikking
- E.A.K.G. Ruys
- B.F.A. van der Krabben
- A.W.M. Elders
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot opheffing of schorsing van voorlopige hechtenis na veroordeling voor ernstige misdrijven
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 december 2017 uitspraak gedaan op een verzoek tot opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, die eerder door de rechtbank Gelderland was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar voor ernstige misdrijven, waaronder afpersing en mensenhandel. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling en verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis, die op dat moment nog van kracht was. Het hof heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er sprake is van een rechterlijk oordeel in de zin van artikel 5, eerste lid onder a, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. De gronden voor de voorlopige hechtenis zijn nog steeds aanwezig, en het hof heeft geconcludeerd dat het maatschappelijk en strafvorderlijk belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van de verdachte bij schorsing. Het hof heeft zowel het primaire verzoek tot opheffing als het subsidiaire verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen.