Uitspraak
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/19/98970 / HA ZA 13-127)
1.[appellant] ,
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2] ,
[geïntimeerde3] ,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
"- dat [E] in de periode tussen 27 januari 2012 en 12 december 2012 in opdracht van [geïntimeerde1] een taxatie heeft uitgevoerd in de woning van wijlen de moeder van partijen en
- dat [E] daarbij meer en andere zaken heeft aangetroffen dan die welke zijn vermeld in het taxatierapport van [F] en zo ja, welke dat zijn."
De verdere beoordeling van het hoger beroep
“opnieuw de verdeling van de nalatenschap van vader als volgt te willen vaststellen;
de wijze van verdeling van de nalatenschap van vader te willen vaststellen op de wijze zoals nader uitgewerkt in het incidenteel appèl van deze memorie;
te willen bepalen dat mr. A. Elzinga aan [appellant] uitbetaalt 25% van de waarde van de nalatenschap van vader, onder aftrek van een bedrag ad € 50.719,-, te vermeerderen met een rente van 7% over laatstgenoemd bedrag vanaf 27 januari 2015 tot aan de datum dat notaris mr. Elzinga het bedrag waarop [appellant] aanspraak kan maken heeft betaald;"(…)
"3.3. bepaalt de omvang van de nalatenschap van vader op een wijze zoals nader uitgewerkt in de overwegingen van dit vonnis"