In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een curator voor [betrokkene], een jongere met een lichte verstandelijke beperking en gediagnosticeerd met schizofrenie. De moeder van [betrokkene] had in hoger beroep verzocht om haar benoeming tot curator, in plaats van de professionele curator die door de kantonrechter was aangesteld. Het hof heeft de procedure in eerste aanleg en de relevante stukken in overweging genomen, waaronder het verzoekschrift van het OM en de informatie van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering.
Het hof heeft vastgesteld dat [betrokkene] niet in staat is om haar voorkeur voor een curator kenbaar te maken, gezien haar psychische toestand. De moeder heeft onvoldoende inzicht in de problematiek van [betrokkene] en heeft eerder schadelijke beslissingen genomen, zoals het stopzetten van medicatie, wat leidde tot een recidief psychose. Het hof concludeert dat de benoeming van de moeder tot curator niet in het belang van [betrokkene] zou zijn, gezien de noodzaak voor continuïteit in zorg en professionele ondersteuning. Het hof heeft daarom het hoger beroep van de moeder afgewezen en de eerdere beschikking van de kantonrechter bekrachtigd.