Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Eindhoven(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 9 maart 2017. De zaak betreft de verzoeken van belanghebbende om ambtshalve vermindering van aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2010 tot en met 2013, alsook de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw). De Inspecteur van de Belastingdienst heeft deze verzoeken afgewezen, waarna belanghebbende in beroep ging bij de rechtbank, die de beroepen ongegrond verklaarde. Belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld.
De kern van het geschil is of het door belanghebbende ontvangen Australische pensioen moet worden gerekend tot het premie-inkomen voor de volksverzekeringen en tot het bijdrage-inkomen voor de Zvw. Belanghebbende stelt dat dit pensioen niet tot het premie-inkomen behoort, terwijl de Inspecteur van mening is dat dit wel het geval is. Het Hof oordeelt dat het Belastingverdrag tussen Nederland en Australië niet van toepassing is op de heffing van premies voor de sociale verzekeringswetten, en dat er geen sprake is van dubbele belastingheffing. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt dat de heffing van premies voor de volksverzekeringen en de Zvw niet kan worden aangemerkt als belastingheffing, en dat de belastingheffing over het Australische pensioen op grond van het Belastingverdrag aan Australië is toegewezen. Het Hof ziet geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.