Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek van de vader om vervangende toestemming te verlenen voor verhuizing met zijn kinderen naar [D]. De vader, vertegenwoordigd door mr. P.B. Rietberg, had eerder bij de rechtbank Noord-Nederland een verzoek ingediend dat was afgewezen. De moeder, vertegenwoordigd door mr. M. de Winter, verzet zich tegen de verhuizing. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de belangen van de kinderen, de noodzaak van de verhuizing en de impact op de huidige zorgregeling. Het hof concludeert dat de vader onvoldoende heeft aangetoond dat de verhuizing in het belang van de kinderen is. De huidige woonsituatie biedt stabiliteit en continuïteit, wat essentieel is voor de ontwikkeling van de kinderen. De vader's argumenten over betere voorzieningen en kortere reistijden naar school zijn niet overtuigend genoeg om de verhuizing te rechtvaardigen. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de vader af. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.