ECLI:NL:GHARL:2017:10982
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Gevolgen in hoger beroep van verboden rechterswisseling in eerste aanleg
In deze zaak gaat het om de gevolgen van een verboden rechterswisseling in eerste aanleg. Appellanten, [appellante] en [appellant], hebben in hoger beroep het vonnis van de rechtbank Overijssel van 18 november 2015 aangevochten, waarin hun vordering in reconventie werd afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat [geïntimeerde] eigenares was van perceel 1246 en dat [appellanten] het perceel diende te ontruimen. In hoger beroep betogen [appellanten] dat het vonnis nietig is omdat het door een andere rechter is gewezen dan de comparitierechter. Het hof oordeelt dat, zelfs als de comparitierechter geen mededeling heeft gedaan over de rechterswisseling, dit niet leidt tot nietigheid van het vonnis. Het hof stelt vast dat de rechtskracht van een uitspraak alleen door een rechtsmiddel kan worden aangetast en dat het hoger beroep ook dient om fouten in de eerste aanleg te herstellen.
Het hof gaat verder in op de kern van de zaak, namelijk of het gebruik van perceel 1246 door [appellanten] kan worden aangemerkt als bezit dat leidt tot eigendom. Het hof concludeert dat [appellanten] niet kan worden aangemerkt als eigenaar, omdat het gebruik door [appellanten] niet kan worden aangemerkt als bezit dat leidt tot eigendom. De toestemming of gedogen van de eigenaar, [echtgenoot geïntimeerde], kan niet leiden tot eigendom. Het hof wijst ook de vordering van [appellanten] tot aanwijzing van een noodweg af, omdat niet is aangetoond dat een noodweg noodzakelijk is voor de exploitatie van het perceel.
Uiteindelijk faalt het hoger beroep en wordt het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd.