Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
5.De beoordeling in hoger beroep
grief Ibetoogt [verzoeker] dat de kantonrechter in de tussenbeschikking ten onrechte zijn verweer heeft verworpen dat het ontslag niet onverwijld is verleend. De feiten zijn voorafgaand aan zijn schorsing op 20 november 2015 uitgebreid onderzocht en het gesprek met hem op 27 november 2015 heeft geen nieuwe feiten aan het licht gebracht die nader onderzoek noodzakelijk maakten. De laatste medewerkers zijn op 3 december 2015 gehoord. Bij het oordeel of voortvarend is gehandeld dient meegewogen te worden dat hij geschorst was zonder behoud van loon, aldus [verzoeker] .