5.31De rechtbank heeft de behoefte van de vrouw berekend aan de hand van de hofnorm, dat is 60% van het gezamenlijk netto gezinsinkomen dat partijen ten tijde van het huwelijk verdienden, verminderd met het eigen aandeel van de kosten van het kind. De man heeft de toepasselijkheid van die norm bestreden en heeft er terecht op gewezen dat de vrouw in dat geval haar behoefte dient aan te tonen. Vervolgens heeft de vrouw haar behoefte gespecificeerd en bewijsstukken in het geding gebracht. Zij heeft daarbij de volgende huidige vaste lasten aangegeven, die zij - naar het oordeel van het hof - voldoende heeft onderbouwd:
- de premie zorgverzekering van € 165,04 per maand ;
- het verplicht eigen risico zorgverzekering van € 32,- per maand;
- de gemeentelijke belastingen van € 32,75 per maand;
- de Waterschapsbelasting van € 25,39 per maand;
- Energiedirect ad € 89,- per maand;
- de huur van € 665,- per maand;
- de voeding voor de hond van € 38,01 per maand;
- de premie van de [a-verzekering] van € 14,31 per maand;
- de premie van de [b-verzekering] van € 17,01 per maand;
- Vitens (water) van € 11,86 per maand;
- Ziggo (televisie et cetera) van € 44,45 per maand.
Dat is tezamen € 1.134,82 per maand.
In voornoemde opsomming van de lasten ontbreken evenwel nog uitgaven voor boodschappen, persoonlijke verzorging, kleding, vakanties en uitjes, (mobiele) telefonie en andere abonnementen, die ook deel uitmaken van de kosten van levensonderhoud.
Het gezinsinkomen van € 3.856,- netto per maand verminderd met de behoefte van [de minderjarige] oftewel het eigen aandeel van de kosten van [de minderjarige] van € 585,52 per maand, is € 3.270,48 per maand en 60% daarvan is € 1.962,29 netto per maand. Het komt het hof redelijk voor om de behoefte van de vrouw op dat bedrag te bepalen, gelet op de welstand van partijen ten tijde van hun huwelijk en de huidige onderbouwing van een groot deel van de (vaste) lasten. Geïndexeerd naar 2017 is dat € 2.064,20 netto per maand. Omdat de echtscheidingsbeschikking ten tijde van de mondelinge behandeling nog niet was ingeschreven zal het hof uitgaan van een ingangsdatum in de tweede helft van 2017. Anders dan de man stelt is het recht op huurtoeslag overigens van aanvullende aard en dient die bij het bepalen van de behoefte geen rol te spelen. Datzelfde geldt voor de zorgtoeslag.