Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
€ 2.141-
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 november 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een naheffingsaanslag omzetbelasting die aan belanghebbende is opgelegd over het tijdvak van 23 januari 2013 tot en met 30 juni 2014. De naheffingsaanslag van € 6.645 werd opgelegd in verband met de verstrekking van wedstrijdshirts en drankmunten aan deelnemers van obstacle runs. De Inspecteur handhaafde de naheffingsaanslag en de belastingrente, maar de rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond.
Belanghebbende organiseert obstacle runs waarbij deelnemers zich inschrijven en recht hebben op deelname, verzorging, een wedstrijdshirt en een munt voor een drankje. Het geschil draait om de vraag of de verstrekking van de shirts en munten als bijkomende prestatie moet worden beschouwd die opgaat in de hoofddienst van deelname aan de obstacle run. Het Hof oordeelt dat de verstrekking van de shirts en munten inderdaad als bijkomende elementen moet worden gezien die het fiscale lot van de hoofddienst delen. Dit betekent dat het verlaagde btw-tarief van toepassing is op de gehele prestatie.
Het Hof vernietigt de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente, en gelast een teruggaaf van € 575 aan belanghebbende. Tevens wordt de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, die in totaal op € 2.500 worden vastgesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken in cassatie gaan bij de Hoge Raad.