Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[verzoekster] ,
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de ouders over hun drie minderjarige kinderen. De ouders, die in hoger beroep waren gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, stelden dat hun gewijzigde houding ten opzichte van de kinderen en de pleegouders de noodzaak voor een gezagsbeëindigende maatregel zou wegnemen. Het hof heeft echter vraagtekens geplaatst bij de duurzaamheid van deze bereidheid, gezien het verleden van de ouders en hun verzet tegen de uithuisplaatsing van de kinderen. De kinderen, die sinds 2014 in pleeggezinnen verblijven, hebben recht op stabiliteit en continuïteit in hun opvoedingssituatie. Het hof heeft overwogen dat de belangen van de kinderen voorop staan en dat de ouders, ondanks hun gewijzigde opstelling, niet voldoende hebben aangetoond dat zij in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen op zich te nemen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarmee het gezag van de ouders over de kinderen is beëindigd.