Uitspraak
[verzoeker],
[verweerster],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de op 21 oktober 2016 gehouden mondelinge behandeling, waarbij namens [verweerster] pleitnotities zijn overgelegd.
“De recente werkoverleggen hebben vooral in het teken gestaan van het functioneren van de afdeling en jouw rol daarbinnen. Tijdens het eerste gesprek heb ik je vooral gewezen op de zaken die mij onbevredigend overkomen. Ik vind het mijn verantwoordelijkheid je daar op te wijzen. Vandaag heb ik wat meer ingezoomd op jouw gedrag en de blokkades die er zijn in jouw werk om tot resultaten te komen. Ik heb mijn observaties over jouw nervositeit met je besproken. Ook heb ik je hang naar perfectie benoemd als een rem op het afronden van plannen. Het niet kunnen delegeren c.q. “over de muur gooien” naar andere afdelingen is een volgende belemmering waardoor de afdeling onvoldoende uit de verf komt. Ik heb je duidelijk gemaakt dat de afdeling alleen door het land gedragen kan worden (uiteindelijk heeft de (interne) klant altijd gelijk) indien er veel nieuwe assortimenten, updates, toevoegingen, private labels en andere tools om de omzet te vergroten en de concurrentie van het lijf te houden worden gelanceerd. Alles wat je daarin in de weg staat moet op een lagere prio komen en/of terug naar de bron (andere afdeling) worden geduwd. Daarnaast moet je serieus overwegen om niet overal bij betrokken te willen zijn. Ook voor zaken die primair tot de verantwoordelijkheid van product management vallen kun je soms de hulp van andere afdelingen inroepen. Als dit het grote doel ondersteunt (meer verkoopkansen door beter assortiment) zul je echt steun ondervinden. Je hebt ook aangekaart dat andere afdelingen lang niet altijd doen wat ze beloven. Zorg dat je tijd vrijmaakt om met hen te communiceren, geef ruim van te voren en duidelijk aan wat je wensen zijn en houd ze aan de afspraken. Dat doen zij ook in jouw richting!Ik wil je helpen om de hoofd- en bijzaken van elkaar te scheiden. Maak daar heldere keuzes in. Liever 10 dingen goed doen dan 100 “pending” hebben en weinig kunnen afronden. Maak dat ook duidelijk aan de afdeling en de andere stakeholders zodat ze weten wat ze van je kunnen verwachten.Ik vind het van belang dat je in deze rol gaat slagen, de strategische keuze om iemand van buiten automotive after market binnen te halen sta ik nog steeds achter. Ik bied je mijn hulp aan om dat slagen mogelijk te maken.”3.4 In een e-mailbericht van 16 mei 2014 laat [CEO] aan [verzoeker] weten dat zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zal worden gewijzigd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Verder staat in dit bericht:
“Daarmee spreek ik het vertrouwen uit dat we het functioneren van de afdeling onder jouw leiding in lijn met onze strategische planning kunnen brengen.Ik heb de recente weken regelmatig aangegeven dat we er echter nog niet zijn. Daarom heb ik voorgesteld dat een zekere coaching wellicht kan helpen om mijn aansturing naar jou en jouw rol binnen het bedrijf kan verbeteren. Kern is daarbij echter dat we ons daarvoor beiden openstellen. Ik heb mijn standpunt al aangegeven, ik vind dat we er alles aan moeten doen om jou en je afdeling tot een succes te maken. Ik zal me dus ook open stellen voor deze benadering. Ik heb vandaag contact opgenomen met [naam persoon1] , ik heb vroeger met haar gewerkt in groepsverband maar heb haar ook voor mijn persoonlijke coaching gebruikt.”3.5 Op 21 augustus en 24 september 2014 heeft [verzoeker] coaching gehad.
“Gelet op de progressie die je in 2014 hebt gemaakt zou het op zijn plaats zijn daar iets mee te gaan doen. Gelet op de financiële resultaten over 2014 is het nu echter niet het moment om enig salaris aan te passen en daarmee een precedent te scheppen. (…) Hiermee hoop ik een positieve indicatie af te geven om recht te doen aan jouw progressie en mede om de beloning in lijn te brengen met het belang van de functie en meer balans te brengen in vergelijk met vergelijkbare functies binnen het MT.”
Door het teveel pleasen van interne klanten kun je de hoge verwachtingen niet waarmaken c.q. stel je de lat te hoog.’ Bij de kernwaarde ‘Betrouwbaar’ staat:
‘Het behalen van planningen en het niet te veel beloven is voorwaarde om in de gehele keten kwaliteit te kunnen leveren.’
Bij Toelichting op totaal beoordeling’ staat: ‘
Goede voortgang gemaakt na moeizaam begin. Coaching goed opgepakt. Goede performance op inkoop.’
“Recentelijk bespeur ik een duidelijk terugval in het gedrag van [verzoeker] nadat ik vorig jaar eerder een duidelijke opleving zag. Zijn nervositeit heeft inmiddels ook zijn weerslag op het werkplezier van de mensen in de afdeling waarvan ik er zojuist een uitgebreid heb gesproken. Het lijkt me zinvol de coaching, vlot na jouw terugkomst, te hervatten.”
“In de afgelopen periode hebben we vaak (en naar mijn mening constructief) gesproken over jouw functioneren. In die periode hebben we gezamenlijk vele initiatieven ondernomen en energie gestoken om dit functioneren op het niveau te krijgen wat ik ervan verwacht.Na de moeizame periode, gedurende het voorjaar van 2014 met [naam persoon2] aan boord, heb ik gemeend de onrust bij jou te moeten wegnemen door jouw contract om te zetten voor onbepaalde tijd. Tegelijkertijd heb ik toen aangegeven dat ik nog niet tevreden was maar dat we er d.m.v. een coachingstraject wellicht wel zouden komen. Hiervoor hebben de hulp van [naam persoon1] ingezet. We zijn het traject begonnen in een driehoeksgesprek omdat ik ook mezelf de spiegel wilde voorhouden inzake mijn aansturing naar jou. Al snel werd door jou en [naam persoon1] besloten de coaching toch 1-op-1 voort te zetten omdat er veel zaken waren waar je vooral zelf mee worstelde.Na die veelbelovende aanzet is er een turbulente periode in het bedrijf aangebroken a.g.v. grote overnames waardoor de scope op jouw afdeling behoorlijk verschoof. In februari heb ik je geconfronteerd met mijn waarneming dat jouw gedrag een bepaalde terugval vertoonde, je gedroeg je o.a. weer erg nerveus. Dat was aanleiding om de coaching te hervatten. Hoewel ik in de afgelopen periode best een verbetering heb geconstateerd is het voor mij duidelijk dat de opdracht die er nu ligt beduidend zwaarder is dan de opdracht waarvoor je, zo’n twee jaar geleden, bent aangenomen. Tegelijkertijd kan ik me, in deze snel veranderende marktomstandigheden, niet veroorloven jou nog meer tijd te gunnen om op het niveau te gaan functioneren in lijn met de eisen die de markt nu aan ons stelt.Afgelopen vrijdag (10 juli) heb ik je hierover geïnformeerd. Ik heb je toen aangeboden je te gaan richten op het gebied waar jouw kracht zit: purchasing. We hebben kort gesproken over de inhoud van die rol waarbij ik duidelijk heb gemaakt dat die rol binnen de afdeling Product Management & Purchasing valt maar over de exacte invulling kon ik niet veel meer zeggen. Het is, zoals je weet, een andere invulling van de organisatie dan het organogram wat deel uitmaakt van de voorliggende reorganisatie. Daar moeten we dus nog verder naar kijken.Vandaag heb je aangegeven dat je die mogelijkheid wilt aanpakken en ik ben er blij mee dat jouw competenties in het specifieke inkoopvak voor het bedrijf behouden blijven. Ik heb aangegeven dat jouw huidige beloning (salaris, auto, etc) hetzelfde zullen blijven. Een voorgenomen aanpassing van jouw salaris per 1 juli (bij goed functioneren) is, gelet op mijn bovenstaande betoog, niet meer aan de orde. (…) Ik dank je voor jouw constructieve houding en ik hoop dat je een plezierige periode binnen [naam office] tegemoet gaat. Soms is een stapje achteruit goed om er later weer twee voorwaarts te maken.”
“In een eerder gesprek heb je aangegeven dat ik de functie van director van de afdeling purchasing kon krijgen. We zijn bij het tot stand komen van het organogram hier ook steeds vanuit gegaan. Vorige week maandag heeft [naam persoon3] bijgevoegd organogram gepresenteerd aan de afdeling Product Management & Purchasing. Ik ben van mening dat deze functie prima uitgelegd kan worden aan collega’s aangezien niemand voor zover ik weet vragen heeft gesteld over het organogram.”3.13 Op 28 augustus en 16 oktober 2015 heeft [verzoeker] coaching gehad.
“ (…) ontvang je hierbij een aangepaste brief voor wat betreft de nieuwe functie en overige afspraken. (…)In het gesprek van 21 oktober 2015 hebben wij aangegeven dat wij het belangrijk vinden dat er een focus op nieuwe baan moet zijn in plaats van een focus op randzaken, wij begrijpen echter dat de onduidelijkheden op een aantal praktische zaken jou een ongemakkelijk gevoel hebben bezorgd. Deze zaken zijn uitgesproken en oplossingen zijn overeengekomen. Met ingang van 21 september 2015 ben je niet meer werkzaam in de functie van Manager Product Management en Purchasing.Jouw nieuwe functietitel is Director Purchasing. Deze functietitel is zowel intern als extern van toepassing.In deze functie zal jij rapporteren aan de Director Product Management en Purchasing; een functie die op dit moment interim wordt ingevuld door [naam persoon3] . Op het moment dat de functie (…) door een vaste functionaris wordt ingevuld, zal jij aan deze functionaris gaan rapporteren. (…) In de nieuwe situatie ben jij niet langer een direct report aan de CEO van [naam afdeling1] , maar maak jij nog wel deel uit van de grote Management groep. Op het moment dat er meer duidelijkheid is over de nieuwe organisatiestructuur van de totale groep zal jij als senior manager van de organisatie daar waar nodig een rol hebben in de nog te formaliseren diverse overlegstructuren,waarbij een positie in een MT niet gegarandeerd kan worden simpelweg omdat de structuren nog niet duidelijk zijn.Het nieuwe Purchase team bestaat voorlopig uit 2,5 FTE exclusief jouw eigen functie. De functieomschrijving voor de functie van Manager Purchase en de functies binnen het team worden zo spoedig mogelijk definitief geformaliseerd. (…)”3.15 In een e-mailbericht van 13 november 2015 van [naam persoon3] aan [verzoeker] staat:
“(…) Gelet op de importantie van de leveranciers on-boarding en de daaraanHARDE deadline van 1-12-2015, hierbij het dringende verzoekom ZSM (uiterlijk a.s. maandag tijdens ons werkoverleg)een planning op te leveren voor de leverancier-on boarding. Specifieker: inkoop moet regelen met leveranciers dat ze tegen bestaande condities blijven doorleveren aan [naam bedrijf1] en de processen die hiermee te maken hebben vlekkeloos verlopen. Voor alle duidelijkheid: zie schema met de 3 fases (welke we gisteren hebben doorgenomen tijdens het spoedoverleg) waarin NU onze focus ligt op fase 1. Als je hulp nodig hebt, trek dan DIRECT bij mij aan de bel.”3.16 In een e-mailbericht van 11 december 2015 van [CEO] aan [verzoeker] staat:
“Ik heb besloten je niet uit te nodigen voor het MT van a.s. dinsdag. Het onderwerp nieuwe organisatiestructuur staat dan op de agenda. Bij eerdere gelegenheden heb ik gemerkt dat dergelijke structuurwijzigingen of zelfs het spreken daarover bij jou leidt tot nervositeit en onduidelijkheid. Daarom vind ik het beter dat je er bij deze editie niet bij bent. (…) Als alles is uitgewerkt zul je worden betrokken maar in deze fase nog niet. Dat zul je wellicht vervelend vinden maar mijn besluit daaromtrent staat vast. (…)”3.17 [verzoeker] heeft daarop diezelfde dag als volgt gereageerd:
“Mijn nieuwe rol heb ik geaccepteerd en vanaf nu hoef ik naar verwachting niet meer nerveus te worden. Ik vind het wel jammer maar je keuze staat vast. (…)
“1. Vele zaken waarvoor hij verantwoordelijk is laat hij ontsporen, voorbeelden:A. [naam bedrijf1] -project; topic “leveranciers on-boarding”* Harde projectdeadline van 1-12-2015 (…)* Zelfs nadat hij (…) meerdere keren gevraagd was om van dit topic een aparte planning te maken, bleef deze om onduidelijke redenen uit. (…) waarna op maandag 16-11-2015 een grove planning per email (…) werd opgeleverd. Deze was echter zo grof dat er niet eens leveranciersnamen in stonden (…) waarna hij op donderdag 19-11-2015 een nieuwe versie mailde (…) en er wederom geen leveranciersnamen in voorkwamen. (…)* [verzoeker]( [verzoeker] , hof)
veroorzaakt onnodig veel stress bij Ipoe door pas in de laatste 1,5/2 weken van november de leveranciersbrief te laten opstellen en de verzending te laten regelen verzenden en [naam persoon4] is geforceerd om in het weekend door te werken terwijl dit niet nodig zou zijn geweest als [verzoeker] zijn planning inhoudelijk nauwkeuriger had afgestemd met alle betrokkenen collega’s waaronderIpoe
. (…)B. [naam bedrijf1] -project; topic “aanvragen RMA’s (…):* Meerdere keren (3x) aan [verzoeker] gevraagd om dit topprioriteit te geven, door een planning te maken bij stockcontrol/sc overzichten op te vragen en hiermee aan de gang te gaan. Uiteindelijk gaat hij ermee aan de slag, maar niet voor hij o.a. de afdeling stockcontrol de schuld geeft dat hij er niet mee kan doorpakken omdat hij niet de juiste cijfers zou hebben en er ook de data van ADB bij getrokken moeten worden. (…)C. Aansturing inkoop-team:* Zijn teamleden ( [naam persoon5] en [naam persoon6] ) zetten grote vraagtekens bij hem als leidinggevende, o.a. zijn manier van aansturing wordt als zeer onprettig ervaren. Zijn team bestaat uit ervaren collega’s die coachend en met een faciliterende managementstijl moeten worden aangestuurd, in plaats daarvan stuurt [verzoeker] zijn teamleden hooghartig en directief aan. (…)D. Leveranciersgesprekken:* Tijdens gesprekken met leveranciers vliegt hij regelmatig uit de bocht. Hij mist het strategisch inzicht in de markt en stelt zich tactisch vaak zeer onhandig en niet professioneel op richting leveranciers tijdens gesprekken. Zowel de verbale als de non-verbale communicatie is zwak en niet professioneel, waardoor gesprekken vaak ongemakkelijk verlopen en een verkeerde wending krijgen. (…)* Zijn eigen voorbereidingen op de gesprekken zijn gebrekkig en [verzoeker] zoekt niet zelfstandig in de voor hem beschikbare bronnen de benodigde cijfers en relevante gegevens bij elkaar (…)2. Hij stelt de verkeerde prioriteiten (…)3. Hij mist het draagvlak binnen de organisatie. [naam persoon7] krijgt hierover steeds sterker wordende signalen van (…). Hierdoor wordt het steeds moeilijker voor hem om binnen (…) goed te kunnen functioneren, aangezien hij geen of onvoldoende medewerking krijgt om samen te werken. (…)4. Algemene indruk:[verzoeker] schept veel chaos, onrust en verwarring om zich heen. Zelfs bij simpele taken/opdrachten creëert hij een waas van onduidelijkheid en verwarring die voor zijn collega’s erg storend zijn. Hij heeft de neiging om uitdagingen/problemen groter te maken dan dat ze zijn en hierdoor niet met passende oplossingen te komen.5.
Conclusie: [verzoeker] is ondanks dat hij hard werkt, niet geschikt om zijn functie als leidinggevende op de afdeling inkoop (3,5 fte) naar behoren uit te voeren. Kernprobleem is dat hij het abstractieniveau niet heeft voor deze functie aangezien hij simpelweg de capaciteiten mist. [verzoeker] mist het planmatig werken, het creëren van goed overzicht van alle lopende dossiers en projecten en daarmee heeft hij onvoldoende zicht op het bewaken van deadlines. Daarnaast mist [verzoeker] het benodigde analytische vermogen en ontbeert hij het vermogen om een bruggenbouwer te zijn tussen de diverse belangen van de stakeholders waar hij mee te maken heeft. (…)Advies: [verzoeker] moet tegen zichzelf in bescherming worden genomen en het zou verstandig zijn om in overleg met hem te komen tot een exit.”3.19 In een e-mailbericht van [verzoeker] van 15 december 2015 aan [CEO] staat:
“Ik ben gisteren met zeer veel stress naar huis gegaan na een moeizaam gesprek met [naam persoon3] over mijn functioneren en heb mij vandaag ziek moeten melden. Ik krijg de indruk dat op diverse fronten onnodig discussie is over de aanpak binnen de afdeling en dat ik niet de ruimte krijg die op dit moment zeer wenselijk is. Dit is wellicht te wijten aan de ontbrekende functie omschrijving van de medewerkers van de afdeling purchasing inclusief mijzelf. Ik bemerk steeds vaker dat ik de laatste tijd wordt genegeerd en gekleineerd. Dit kan toch niet de bedoeling zijn van onze constructieve samenwerking. Na lang overdenken wend ik mij tot jou om uit deze impasse te komen. Ik kan zo niet goed functioneren en moet aan mijn gezondheid denken. Het enige wat ik wil is een constructieve samenwerking, met passende invulling bij de hoeveelheid werk en duidelijke verantwoordelijkheden waarbij met wederzijds respect weer aanzienlijke conditieverbeteringen worden gerealiseerd. De lat ligt hoog en wellicht te hoog maar ik ga de uitdaging niet uit de weg (…). Ik hoop dat jij kunt bemiddelen zodat ik weer zin kan krijgen om aan de slag te gaan.”3.20 In een emailbericht van 20 december 2015 van [naam manager] , manager purchasing, aan [naam persoon3] staat met betrekking tot het functioneren van [verzoeker] :
“Stijl van leidinggeven: Directief en top-down:-[verzoeker][ [verzoeker] , hof]
wil geen operationeel werk doen(…)-[verzoeker] voert regelmatig zelfstandig gesprekken met leveranciers(…) zonder op de hoogte te zijn van alles dat er speelt op PM/inkoop bij deze leverancier en vervolgens deelt hij geen rapportage maar hooguit een enkel detail met PM/inkoop. Vervolgens heeft niemand een compleet beeld en is het intern en voor de leverancier onduidelijk bij wie het volgende initiatief ligt. Bovendien heeft dit al meermaals geconflicteerd met lopende gesprekken met leveranciers.-[verzoeker] praat het grootste deel van de tijdwaarmee hij veel aandacht vraagt (…) die eigenlijk zou moeten worden besteed aan de operatie. Zijn stijl is voortdurend herhalen wat anderen zeggen (geleende kennis), refereren naar DIY en food industrie en populaire managementtermen gebruiken. Bovendien vult hij de informatie/kennis die hij van zijn team “leent” aan met aannames en feitelijke onwaarheden waardoor hij zijn geloofwaardigheid naar zijn collega’s of leveranciers verliest.-[verzoeker] heeft een focus naar bovenen heeft geen zicht op wat er in zijn team gebeurt. Dat was op PM zo en dat is op inkoop nog steeds zo. (…) De wekelijkse overleggen die werden gevoerd waren doelloos omdat er geen structuur en focus werd aangebracht. (…)-[verzoeker] heeft een top-down management stijlterwijl de organisatie intern en extern beter functioneert als er (ook) bottum-up management wordt toegepast, ook wel team-based management genoemd. (…) Dit is alleen mogelijk met een focus naar beneden en er moet voldoende kennis zijn van interne processen (intern) en er moet voldoende marktkennis zijn (extern).Gebrek aan draagvlak van [verzoeker] :-Voorbeeld 1: Doordat hij geen zicht heeft op de operaties in zijn team, weet hij ook niet wat de workload is en wat prioriteiten zijn. (…) Gevolg op PM was (en is nu op inkoop) dat hij niet serieus wordt genomen en de teamleden zelf het initiatief nemen structuur aan te brengen. (…)-Voorbeeld 3: Zodra [verzoeker] in de wandelgang wordt genoemd (…) begint menig gesprekspartner te zuchten en te steunen. Leveranciers geven (uit eigen initiatief) aan hem formeel serieus te nemen vanwege zijn positie, maar hem geen volwaardig gesprekspartner te vinden vanwege zijn gebrek aan kennis en gebrek aan gevoel voor partnership met de leverancier. Bij collega’s ontbreekt het aan draagvlak omdat hij ongestructureerd en onverwacht (en vaak last minute) opdrachten neerlegt. (…)”3.21 In een verklaring van [naam directeur] , directeur van [naam bedrijf3] , sinds 2014 deel uitmakend van de [naam office] groep, staat:
“(…) In de samenwerking met (…) [verzoeker] kreeg ik de indruk dat hij een gebrek aan (automotive) kennis en inzicht had en daarnaast miste hij het overzicht, waardoor deals niet tijdig en (financieel) succesvol afgerond werden. (…) Daarnaast heb ik met (…) [verzoeker] in het projectteam gezeten om de belangrijke deal met [naam bedrijf4] rond te maken. (…) Er was een commerciële noodzaak om de deal snel rond te maken, maar de houding van [verzoeker] was in de onderhandelingen niet constructief, waardoor de deal niet dreigde te slagen. Zijn houding tijdens het overleg was niet partner-gericht, geen gevoel voor de doelstellingen van [naam bedrijf4] , geen besef van gevoeligheden en ook geen sense of urgency. Naar mijn indruk weer te wijten aan gebrek aan inzicht en overzicht. (…) Ik heb me verschillende keren moeten verontschuldigen voor de houding en het gebrek aan inzicht van (…) [verzoeker] .”3.22 Op 29 december 2015 heeft [CEO] een beëindigingsvoorstel aan [verzoeker] doen toekomen, na een daarover met [verzoeker] gevoerd gesprek. In een emailbericht van [CEO] aan [verzoeker] van 29 december 2015 staat:
“Vandaag hebben we gezamenlijk een gesprek gevoerd in aanwezigheid van [naam persoon3] (…). Aanleiding voor het gesprek vormt de onvrede aan beide zijden over het functioneren van de sub-afdeling purchasing binnen PM&P. Deze sub-afdeling staat onder jouw leiding.Tijdens het gesprek heb ik aangegeven niet langer vertrouwen te hebben in het feit dat jouw functioneren binnen dit bedrijf op acceptabel niveau zal komen. Ik heb aangegeven de samenwerking te willen beëindigen. Jij hebt je tegen dat oordeel verzet omdat je van mening bent dat je in jouw huidige functie onvoldoende kansen hebt gehad. Ik heb daar tegenover gesteld dat ik je, in de afgelopen ruime 2 jaar, veel kansen heb geboden en dat deze functie een uitweg bood om jou aan boord te kunnen houden nadat duidelijk was dat de functie van Director PM&P te zwaar voor je was. (…) Het spijt me dat onze samenwerking op deze manier moet eindigen, we hebben er van beide kanten veel energie in gestopt, maar het heeft niet gewerkt.”
“In oktober 2015 ben ik naar de nieuwe afdeling Purchasing verhuisd met (…) [verzoeker] als direct leidinggevende. (…) [verzoeker] gaf al direct aan moeite te hebben met het feit, dat [naam manager] en ik hoger opgeleid zijn. (…) Maar hij was niet voor niets aangesteld als Purchasing Director want hij had in 2015 laten zien hoe goed hij kon onderhandelen. Hiermee diskwalificeerde hij gelijk alle werkzaamheden van de productmanagers, die dit mogelijk hebben gemaakt en daarnaast een grote bijdrage hebben geleverd in de onderhandelingen zelf. (…) In plaats van mij te motiveren en te stimuleren om een positieve bijdrage te leveren aan de bedrijfsdoelstellingen, resulteerde dit in demotiveren. Tevens wilde (…) [verzoeker] alle verantwoordelijk na zich toe halen en mochten wij geen beslissingen nemen. Toen ik aangaf hier niet mee eens te zijn was hij verbolgen want hij was wel mijn direct leidinggevende.Mijn werkbesprekingen met [verzoeker] hebben geen enkele diepgang gehad en waren geen concrete plannen om de afdeling te structureren en [verzoeker] had geen concrete plannen om de afdeling te structureren ondanks de herhaaldelijke input die ik heb gegeven (…)Tijdens een van mijn werkbesprekingen in december gaf [verzoeker] aan, dat ik met [naam persoon3] geen direct contact meer mocht hebben en geen informatie meer mocht delen. Alle communicatie moest via (…) [verzoeker] ! Ik was hierover erg verbaasd en heb (…) [verzoeker] aangegeven dat hij niet voor mij gaat bepalen met ik informatie deel en zeker niet als het belangrijk is voor de organisatie. (…)”3.24 In een e-mailbericht van [naam persoon1] , coach van [verzoeker] , aan [verweerster] van 3 april 2016 staat:
“Naar aanleiding van een verzoek van de leidinggevende van [verzoeker] voor een coachingstraject van laatstgenoemde, zijn bij aanvang van dit coachingstraject de volgende 2 leerdoelen met [verzoeker] besproken.1. Aan het eind van het coachingstraject is [verzoeker] in staat om op een korte en bondige manier met medewerkers en andere belanghebbenden binnen de organisatie te communiceren.2. Aan het eind van het coachingstraject is [verzoeker] in staat om hoofd- en bijzaken in zowel zijn communicatie als in de taken die hij als manager heeft van elkaar te scheiden waardoor hij zijn werk op een effectieve manier kan doen en op een efficiënte manier kan samenwerken met zijn team en andere belanghebbenden binnen de organisatie.”
4.De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
5.De beoordeling in principaal en incidenteel hoger beroep
Wat ook in voldoende mate uit het dossier volgt is dat [verweerster] van meet af aan heeft getracht [verzoeker] te ondersteunen en instrumenten heeft geboden om het functioneren van [verzoeker] te verbeteren. Zo heeft [CEO] veel met [verzoeker] gesproken en heeft [verzoeker] gebruik gemaakt van de coach die hem door [verweerster] ten dienste is gesteld. In de zomer van 2015 komen partijen echter tot de conclusie dat de functie van Director Product Management en Purchasing voor [verzoeker] te zwaar is (geworden). [verzoeker] heeft vervolgens een lichtere functie - Director Purchasing - aanvaard, met behoud van arbeidsvoorwaarden. Dit betrof niet, zoals aan de zijde van [verzoeker] in de processtukken is betoogd, een volledig andere functie maar, zoals [verzoeker] zelf ter zitting ook heeft verklaard, een onderdeel van zijn oude functie en wel dat onderdeel (inkoop) waarmee hij veel ervaring en affiniteit had. In zijn nieuwe functie gaf [verzoeker] leiding aan twee ( [naam manager] en [naam persoon8] ) in plaats van vijftien mensen en was [verzoeker] verantwoording verschuldigd aan [naam persoon3] , die de functie van Director Product Management & Purchasing vanaf dat moment ging uitoefenen.
5.8 Ondanks het consistente beeld van het moeizame functioneren van [verzoeker] de afgelopen drie jaar, de vele gesprekken die daarover met [verzoeker] zijn gevoerd en de coaching die [verzoeker] heeft gehad met het oog op zijn functioneren, blijkt uit het schrijven van [verzoeker] van
Tegen de achtergrond van het hiervoor geschetste verloop en de, zeker in november en december 2015, toch al uiterst gespannen verhoudingen, is aannemelijk dat het door [verzoeker] , een leidinggevende in het hogere segment binnen [verweerster] , getoonde gebrek aan zelfreflectie en miskenning van de door [verweerster] geboden (op verbetering van het functioneren van [verzoeker] gerichte) ondersteuning, door [verweerster] is ervaren als een aanval op de integere wijze waarop [verweerster] door de jaren heen met [verzoeker] is omgegaan en dat ‘het lijntje is geknapt’, zoals [verweerster] dat heeft verwoord. Het vertrouwen van de leiding, in het bijzonder van [CEO] en [naam persoon3] , in [verzoeker] , was, zo is ter zitting ook duidelijk geworden, weg. Herstel van dit vertrouwen was uitgesloten.