Uitspraak
MTC,
handelende onder de naam [geïntimeerde] Trading & Advice,
[geïntimeerde],
advocaat: mr. J.A. Venema, kantoorhoudend te Emmen.
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie van grieven (met producties),
"(…) bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, te vernietigen het eindvonnis van 3 november 2015 door de rechtbank Noord-Nederland, kamer voor kantonzaken, locatie Assen rechtbank onder rolnummer 3644462 \ CV EXPL 14-10572 tussen MTC als eiseres in conventie/gedaagde in reconventie en de heer [geïntimeerde] als gedaagde in conventie/eiser in reconventie gewezen en, opnieuw rechtdoende,
2.De feiten
"Zoals al eerder in een mail heb aangegeven en in een sms gesprek met [D] , voldoen de labels en ontkoppelaars niet aan de door MTC aangegeven kwaliteit.De detectie is niet toereikend in de winkels op de bestaande systemen.Tevens zijn [D] en [E] ongevraagd en zonder mij hierover vooraf te informeren naar MIJN klant gegaan, te weten Kennedy mode te [F] om buiten mij om te praten over een oplossing.Tijdens een gesprek die de heren kennelijk nodig vonden is er bij mijn klant aangegeven door [D] en [E] , dat de labels inderdaad niet goed genoeg zijn om de door MTC aangegeven en bevestigde afstand van 1.70m te halen.Het minimale wat deze labels moesten halen aan detectie was door mij aangegeven op 1.50m en dit zou volgens [D] geen enkel probleem zijn.Tijdens het gesprek wat de heren van MTC met mijn klant hadden zouden de geleverde labels nu ineens te klein zijn en een maximale afstand van 1.30m kunnen halen.De heren van MTC hebben mijn klant aangeboden om andere (grotere) labels te leveren die wel een goede detectie zouden hebben.(…)Jullie zullen begrijpen dat ik niet accepteer dat een leverancier waar ik de betreffende producten heb afgenomen hierna naar mijn klant gaat om te proberen een "deal" te sluiten.Ik heb meerdere keren gevraagd om met een oplossing te komen en hier is men van MTC aan voorbijgegaan en heeft dit zonder mijn goedkeuring en medeweten met mijn klant besproken.Dit is niet de normale gang van zaken.Na overleg met mijn klant zullen we het volgende gaan doen.Alle 66.000 labels welke door MTC aan [geïntimeerde] Trading zijn geleverd zullen worden retour gezonden naar MTC.De 20 ontkoppelaars welke door MTC aan [geïntimeerde] Trading zijn geleverd zullen worden retour gezonden naar MTC.De aanbetaling die [geïntimeerde] Trading heeft gedaan aan MTC van € 4170,- voor de geleverde producten dient MTC terug te storten op het bankrekening nummer van [geïntimeerde] Trading and Advice, ING [00002] .Het restant bedrag waaraan u nu refereert zal dan ook niet worden voldaan aan MTC.De nieuwe labels en ontkoppelaars welke ik ga leveren aan mijn klant zal ik elders afnemen en niet van MTC.Aangezien het vertrouwen in MTC ernstig is beschadigd en er na meerdere verzoeken van mij om met een oplossing te komen hier niets mee is gedaan is er geen basis meer om met elkaar verder zaken te doen.(…)"
3.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
4.Met betrekking tot de internationale bevoegdheid
5.Met betrekking tot het toepasselijke recht
De beoordeling van de grieven en de vordering in hoger beroep
MTC vordert betaling door [geïntimeerde] van de koopsom van door haar aan [geïntimeerde] geleverde alarmlabels en ontkoppelaars. [geïntimeerde] voert, samengevat en zakelijk weergegeven, het volgende verweer tegen deze vordering.
MTC heeft hem voorafgaand aan de koop verzekerd dat de labels een detectie tot minimaal 1.50 meter hebben. Bij de klant aan wie [geïntimeerde] de labels heeft geleverd (Kennedy), is echter gebleken dat de labels slechts een detectie van circa 1.30 meter hebben. De labels voldoen derhalve niet aan de verwachtingen die hij op grond van de overeenkomst mocht hebben, zodat sprake is van non-conformiteit (artikel 7:17 BW). Dit brengt mee dat MTC is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. Om die reden heeft [geïntimeerde] de overeenkomst op 20 december 2013 buitengerechtelijk ontbonden.
MTC betwist dat [geïntimeerde] mocht verwachten dat de labels geschikt waren voor het, naar de mening van MTC, a-typische, verouderde systeem van Kennedy. Zij betwist dan ook dat sprake is van non-conformiteit en dat zij is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst. Voorts betoogt zij dat zij niet in gebreke is gesteld en derhalve niet in verzuim verkeerde. Ook betwist zij dat [geïntimeerde] op 20 december 2013 een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring heeft afgelegd.
Voor een succesvol beroep op ontbinding van de overeenkomst op grond van artikel 6:265 BW dient sprake te zijn van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst (lid 1). Voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, stelt het tweede lid van artikel 6:265 BW als vereiste voor het ontstaan van de bevoegdheid tot ontbinding dat de schuldenaar in verzuim verkeert. [geïntimeerde] heeft niet dan wel onvoldoende onderbouwd gesteld dat levering van andere, wél geschikte labels niet meer mogelijk was. Hetgeen [geïntimeerde] in zijn e-mailbericht van 20 december 2013 heeft aangevoerd omtrent het uitblijven van een oplossing van de zijde van MTC, is daartoe naar het oordeel van het hof ontoereikend. Uit deze e-mail blijkt immers dat MTC (rechtstreeks aan Kennedy) heeft voorgesteld grotere labels te leveren die wél een goede detectie hadden. Daaruit blijkt dat MTC nog wel een alternatief had, met andere woorden dat (deugdelijke) nakoming alsnog mogelijk was.
Dit brengt mee dat in dit geval verzuim van MTC vereist is. Voor verzuim is in beginsel een ingebrekestelling vereist, bestaande in een schriftelijke aanmaning waarbij de schuldenaar een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld (zie artikel 6:82 lid 1 BW).
grief IV), zal het hof eerst beoordelen of aan het vereiste van verzuim is voldaan. Als dit niet het geval is, heeft de (gestelde) buitengerechtelijke ontbindingsverklaring immers hoe dan ook geen effect gesorteerd. Het hof kan dan in het midden laten of al dan niet sprake is van non-conformiteit van de alarmlabels.
Anders dan [geïntimeerde] stelt, voldoet zijn mail aan MTC d.d. 26 september 2013 (zie hiervoor onder 2.1.7) niet aan de eisen van een ingebrekestelling (artikel 6:82 lid 1 BW), aangezien hij MTC daarin niet aanmaant om binnen redelijke termijn alsnog deugdelijke labels te leveren.
Het verweer van [geïntimeerde] dat MTC onvoldoende heeft onderbouwd dat deze kosten zijn gemaakt, faalt. MTC heeft voldoende gesteld en met stukken onderbouwd dat [geïntimeerde] meerdere malen is aangemaand tot betaling van het openstaande bedrag (zie hiervoor onder 2.1.11, 2.1.13 en 2.1.14).
Het beroep van [geïntimeerde] op het ontbreken van een aanmaning als bedoeld in artikel 6:96 lid 6 BW) faalt, omdat [geïntimeerde] in haar verhouding tot MTC geen consument is.
Krachtens artikel 2 lid 1 van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bedraagt de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten 15% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de eerste € 2500,- van de vordering en 10% van het bedrag van de hoofdsom over de volgende € 2500,- van de vordering. Het hof stelt vast dat het gevorderde bedrag van € 560,20 hiermee in overeenstemming is en derhalve toewijsbaar is.
De slotsom