Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Omvang van het hoger beroep
en op nieuw rechtdoende de vorderingen van geïntimeerde als eiser in eerste aanleg alsnog toe te wijzen”een schrijffout bevat en dat in de plaats van “geïntimeerde” dient te worden gelezen “appellante”.
4.Procesdossier
5.De vaststaande feiten
"Tussen partijen is van kracht het anti-speculatiebeding als is omschreven in artikel 14 lid 4 van voormelde onderhandse maatschapsakte, woordelijk luidende:"waarna de (gehele) tekst van artikel 14 lid 4 van de maatschapsakte, zoals hiervoor onder rov. 5.2.is weergegeven, is overgenomen.
6.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
7.De beoordeling van de grieven en de vordering
"(…) bij vervreemding van de (…) registergoederen of een deel daarvan binnen 15 jaar na het begin van de voortzetting". Hieruit volgt dat het bepaalde in artikel 14 lid 4 van de maatschapsakte van toepassing is bij vervreemding van (een deel van) de registergoederen, zoals tussen partijen ook niet in geschil is. In (a) wordt vervolgd met de woorden
"In het kader van het vorenstaande wordt (…) de referentiehoeveelheid melk mede in de verrekenings- en uitkeringsplicht betrokken, (…)".Hieruit kan de gevolgtrekking worden gemaakt, dat in het kader van de verkoop van registergoederen het melkquotum wordt betrokken en niet zoals [appellante] kennelijk beoogt, ook zonder dat vervreemding van een registergoed plaatsheeft. Sub (a) vervolgt met de zinsnede:
"op het uit te keren bedrag komt in mindering een evenredig gedeelte van de kosten die gemaakt zijn voor de aangebrachte verbeteringen, voor zover deze verbeteringen ten tijde van de vervreemding de waarde van het registergoed verhogen.(…)"Deze zinsnede ziet op verbeteringen aan een registergoed. Ook in het bepaalde onder b. en d. wordt gerefereerd aan (de waarde van) de registergoederen.