Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z]
heffingsambtenaarvan de
gemeente Zwolle(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die het bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond verklaarde. De naheffingsaanslag van € 61,60 was opgelegd op 29 januari 2015, omdat de auto van belanghebbende zonder geldig parkeerbewijs was geparkeerd. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De rechtbank oordeelde echter dat het bezwaar tijdig was ingediend en vernietigde de uitspraak van de heffingsambtenaar, maar verklaarde het bezwaar ongegrond.
Belanghebbende ging in hoger beroep, waarbij hij verzocht om terugwijzing naar de heffingsambtenaar voor een nieuwe uitspraak op bezwaar. Het Hof oordeelde dat de rechtbank ten onrechte zelf in de zaak had voorzien, omdat belanghebbende niet was gehoord en er onduidelijkheid bestond over de feiten die relevant waren voor de rechtmatigheid van de naheffingsaanslag. Het Hof verklaarde het hoger beroep gegrond en vernietigde de uitspraak van de rechtbank, met de opdracht aan de heffingsambtenaar om opnieuw uitspraak te doen op het bezwaar. Tevens werd de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 496.