6.2Grief I
6.2.1Volgens [appellante] is sprake van een tekortkoming door Kampstaal. Zij stelt daartoe dat sprake is van twee gebreken van de geleverde elementen: (a) de kop- en voetplaten zijn niet haaks en ook getordeerd op de kolommen bevestigd en (b) twee van de liggers zijn niet recht (zie onder 43 memorie van grieven). Als gevolg van deze afwijkingen sluiten de voorgeboorde gaten in de elementen onderling niet op elkaar aan. Daardoor is het, aldus [appellante] , niet mogelijk de elementen samen te stellen tot de constructie weergegeven in de tekeningen. [appellante] heeft ter comparitie bij monde van haar advocaat doen benadrukken dat zij het hof verzoekt de gevorderde ontbinding te beoordelen op grond van de onder (a) en (b) genoemde ‘vormafwijkingen”.
6.2.2Kampstaal heeft gemotiveerd weersproken dat de door haar geleverde elementen ongeschikt zijn om te worden gebruikt in overeenstemming met de tekeningen. Zij heeft de door [appellante] gesignaleerde scheefstand(en) en kromming(en) van de geleverde elementen niet weersproken maar betoogt dat deze eigen zijn aan gelast staal en bij een vakbekwame wijze van monteren geen probleem vormen. Meer in het bijzonder door het gebruik van opvulringen en platen alsmede het op juiste wijze aandraaien van (stel)bouten en moeren (zie memorie van antwoord onder 13 en 14). Het probleem schuilt volgens Kampstaal in de omstandigheid dat [appellante] geen gebruik maakt van voor het monteren van staal vakkundige bouwlieden.
6.2.3Het is aan [appellante] feiten en omstandigheden te stellen waaruit volgt dat de door haar genoemde scheefstanden en krommingen de geleverde elementen ongeschikt maken om te gebruiken conform de tekeningen. Slechts in dat geval is naar het oordeel van het hof sprake van een tekortkoming. Immers, ook als sprake is van enige scheefstand en kromming van de elementen maar die elementen wel geschikt zijn om zonder nadere aanpassing daarvan te worden gemonteerd op de wijze als aangegeven in de tekeningen valt niet in te zien op welke grond [appellante] niet geleverd heeft gekregen wat zij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Bij koop beantwoordt, behoudens bijzondere contractuele bedingen die hier zijn gesteld noch gebleken, de afgeleverde zaak aan de overeenkomst indien deze geschikt is voor het normale gebruik dat daarvan zal worden gemaakt. In het licht van de stellingen van partijen is dat 'normale gebruik' in de onderhavige zaak het volgens de tekening verwerken in het vakantiehuis van [appellante] .
6.2.4Niet iedere afwijking van de tekening vormt zonder meer een gebrek en niet ieder gebrek vormt zonder meer een tekortkoming. In het debat tussen partijen lijkt dit onderscheid niet steeds scherp te worden bewaakt, terwijl uitsluitend een tekortkoming de ontbinding kan rechtvaardigen. De zelfstandige betekenis die [appellante] in haar memorie van grieven (onder 51) toekent aan het onbruikbaar zijn van de geleverde elementen voor verwerking volgens de tekeningen naast het non-conform zijn van die elementen miskent het in de eerste volzin gemaakte onderscheid.
6.2.5Het hof is van oordeel dat als gesteld en onvoldoende weersproken vaststaat dat de geleverde elementen enige scheefstand vertonen en dat twee van de liggers enige kromming vertonen. In die zin is sprake van afwijking van de tekeningen. De vraag of dit een gebrek oplevert is door Kampstaal gemotiveerd weersproken, nu de genoemde afwijkingen naar haar mening niet in de weg staan aan het normale gebruik van de elementen. [appellante] stelt echter dat de geleverde elementen niet kunnen worden gebruikt overeenkomstig de tekeningen.
6.2.6Centraal staat daarmee de vraag of de elementen zonder aanpassing daarvan zijn te gebruiken conform de tekeningen. De discussie over normen, toleranties en classificaties is daarmee voor de in deze zaak te geven beslissing slechts van secundair belang. Immers overschrijding van die normen dient slechts ter onderbouwing van de door [appellante] gestelde onbruikbaarheid van de elementen. Het hof begrijpt uit de wijze waarop [appellante] de gestelde tekortkoming onderbouwt dat ook zij het focus legt op de al dan niet bruikbaarheid volgens de tekeningen (zie de memorie van grieven onder 52 en 53). Om die reden staat zij uitvoerig stil bij de constructie van aan- c.q. verbouw van de vakantiewoning.
6.2.7Vervolgens verliest [appellante] zich in een uitgebreid betoog aangaande de wijze waarop de elementen door de deskundige (kwalitatief en kwantitatief) zijn beoordeeld (gemeten). Ook deze metingen zullen, voor zover zij beter en/of relevant nauwkeuriger zijn dan de metingen door de deskundige die de rechtbank heeft benoemd, echter vooral moeten dienen ter onderbouwing van een afwijking van de tekening.
6.2.8De door de kantonrechter benoemde deskundige is op dit punt duidelijk, naar zijn oordeel kunnen de elementen worden gebruikt conform de tekeningen.
6.2.9[appellante] heeft het hoger beroep gebruikt om tot in detail bezwaren aan te voeren tegen de wijze van totstandkoming van het rapport van de door de rechtbank benoemde deskundige. Die bezwaren worden onderbouwd door een verslag van een groot aantal metingen (in het totaal 347) door meettechnicus [G] van Intermes B.V. (hierna: Intermes). De resultaten van die metingen zijn vastgelegd in een rapport (hierna: rapport Trescal). Deze meetgegevens zijn voor het hof zonder de kennisneming door een deskundige niet te herleiden tot de vereiste conclusie dat de geleverde elementen niet geschikt zijn om te worden gebruikt in overeenstemming met de tekeningen.
6.2.10[appellante] onderbouwt haar standpunten nader door uitgebreide rapportages door de heren [D] en [F] (beiden voornoemd) die van meet af aan in opdracht van [appellante] bij de bouw zijn betrokken. [F] als tekenaar en [D] als degene die het werk zou uitvoeren. In een 219 pagina dik rapport (inclusief bijlagen) ontlenen zij aan de metingen in het Trescal-rapport de conclusie dat de elementen niet zijn te verwerken in overeenstemming met de tekeningen. Echter ook [D] en [F] verliezen zich in een groot aantal details die vooral bestaan in kritiek op de conclusies en werkwijze van de door de rechtbank benoemde deskundige .
6.2.11Deze veelheid van details leiden [F] en [D] uiteindelijk tot de conclusie dat "de constructie niet is te monteren". [F] verwoordt dat op pag. 2 van rapport van 17 maart 2015 als volgt:
"De constructie is niet te monteren vanwege de vele, tijdens het fabricageproces, door Kampstaal gemaakte fouten die uiteindelijk "critical defects" (mankementen van grote betekenis met verstrekkende gevolgen) zijn.In het hierna volgende rapport zal ik, middels meetgegevens van Trescal (zie pag. 176 e.v. van het Analyse Rapport), alsmede berekeningen gebaseerd op eigen observaties en Trescal gegevens, en tekeningen, mijn conclusies onderbouwen.De metingen zoals deze door Trescal zijn uitgevoerd, voldoen aan de regelgeving betreffende metingen. Dit in tegenstelling door de "metingen" zoals deze door de heer [H] zijn uitgevoerd."en
"Critical defects' die elk individueel beschouwd, et monteren alonmogelijkmaken.Maar in combinatie met elkaar het assembleren nog onmogelijker (als dit woord al zou bestaan) zouden maken.Deze "critical defects" zijn:1. Tordering Kopplaten in stramien C (i.c. het "wegdraaien" van de ligger-combinatie L8 + L11)2. Haaksheid Voetplaten in stramien C (i.c. het "leunen" van kokers);3. Het niet recht zijn van ligger L8 en L11."
6.2.12Het hof oordeelt als volgt. Het rapport Trescal bevat meetgegevens die (onvertaald) het hof niet kunnen overtuigen van de juistheid van de conclusie dat de geleverde elementen niet bruikbaar zijn om te worden gemonteerd tot de constructie zoals is opgenomen in de tekeningen (de feitelijke grondslag van de vordering van [appellante] ). Wellicht rechtvaardigen die gegevens de door [appellante] gestelde conclusie maar zulks is niet zonder vertaling daarvan vast te stellen.
6.2.13Ter vertaling van de meetgegevens heeft [appellante] rapportages van [F] en [D] overgelegd. Hoewel deze rapporten evenals de meetgegevens zeer uitgebreid en gedetailleerd zijn, wordt de daarin getrokken conclusie dat de geleverde staaldelen ongeschikt zijn voor montage gebaseerd slechts gebaseerd op het oordeel van [F] en [D] dat zulks volgt uit de deels gerubriceerde meetgegevens. Hoewel niet kan worden uitgesloten dat die conclusie juist is, is zij niet op een voor het hof begrijpelijke en controleerbare wijze onderbouwd maar steunt zij vergaand op het gezag van [D] en [F] , hetgeen in dit geval onvoldoende is.
6.2.14Daartoe overweegt het hof dat het door [appellante] in de procedure betrokken standpunt dat de staaldelen ongeschikt zijn voor montage haar in wezen steeds door [D] en [F] is ingegeven. [D] en [F] staan daarmee onvoldoende los van dit partijstandpunt om dit standpunt vervolgens als deskundigen aanvaardbaar te kunnen maken. Het gebrek aan onafhankelijkheid van [D] en [F] vindt bevestiging in de omstandigheid dat hun rapportages niet vrij zijn van neerbuigend en onzakelijk taalgebruik jegens andere meningen. De rapportages van [D] en [F] zijn in het licht van het vorenstaande onvoldoende om ten voordele van [appellante] de doorslag in deze procedure te geven. Ten slotte is van belang dat Kampstaal bij de totstandkoming van de rapportages door [D] en [F] niet betrokken is geweest.
6.2.15Anderzijds is met de genoemde rapportages die [appellante] in het geding heeft gebracht zodanig nauwgezet kritiek geleverd op de rapportage van ir. [H] , op welke rapportage de beslissing van de rechtbank vergaand steunt dat het hof daaraan niet zonder meer wil voorbij gaan. De conclusie kan gezien het vorenstaande geen andere zijn dan dat er opnieuw een deskundige dient te worden benoemd.
6.2.16Aan partijen zal eerst gelegenheid worden gegeven zich bij akte uit te laten over de persoon of personen van deze deskundige(n) en de aan hem/hen te stellen vragen. Daarbij geeft het hof partijen in overweging om naast het noemen van door hen gewenste deskundigen ook gemotiveerd de namen van deskundigen te noemen tegens wiens benoeming zij zich onder opgave van redenen wensen te verzetten. Het hof zal in ieder geval de deskundige(n) vragen kennis te nemen van de nu reeds in deze zaak voorhanden deskundigenrapporten.