Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
de vader van de rechthebbende;
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
* De ontvankelijkheid
Hoewel wij niet helemaal goed in kunnen schatten wat de gevolgen zijn als het bewind is opgeheven, zullen wij onze medewerking hieraan verlenen". Door de rechthebbende en de bewindvoerder is ter zitting in hoger beroep naar voren gebracht dat zij al snel na de indiening van het inleidend verzoek tot de conclusie kwamen dat opheffing van het bewind toch niet verstandig zou zijn. Zij waren voornemens dit ter zitting met de kantonrechter te bespreken, maar omdat de kantonrechter - naar het hof begrijpt zonder partijen daarover in te lichten - heeft afgezien van het houden van een mondelinge behandeling, zijn zij daartoe niet in de gelegenheid geweest. Onder deze omstandigheden strekt het naar het oordeel van het hof te ver om in hoger beroep te constateren dat de rechthebbende niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, omdat hij in eerste aanleg heeft gekregen wat hij heeft verzocht. Het hof zal daarom hierna overgaan tot een inhoudelijke beoordeling.
* Inhoudelijk