Uitspraak
[appellant],
Stichting Beheer Derdengelden Koers c.s. Advocaten,
de Stichting,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.Het verzoek en de beslissing in eerste aanleg
4.De bespreking van de grieven
tijdelijkbeheren van hetgeen de stichting heeft ontvangen en het uitbetalen van gelden aan rechthebbenden of degenen die rechthebbenden zullen blijken te zijn, dit alles met als doel deze bedragen niet te vermengen met het vermogen van het advocatenkantoor en aldus veilig te stellen voor de rechthebbenden. Naar het oordeel van het hof blijkt uit het onderzoek en de rapportage van Doornbos en De Vries dat de derdenrekening van Koers en Veldman door [appellant] en aan hem gelieerde partijen voor geheel andere doeleinden is gebruikt. Door [appellant] en aan hem gelieerde partijen zijn over een periode van drie jaar grote sommen op de derdengeldrekening gestort en die bedragen zijn vervolgens door middel van velerlei betalingen overgeboekt aan allerlei partijen. Het zou gaan om "geld afkomstig uit de handel" (aldus mr. Rissik tijdens de mondelinge behandeling in eerste aanleg). De storting in 2003 van € 607.982,19 zou volgens de toelichting op grief 1 zijn gedaan "ten behoeve van een deelneming in een bouwproject te België", zonder dat die stelling verder is toegelicht. Omtrent de latere stortingen als vermeld in genoemde bijlage 2 bij de rapportage (bedragen van € 310.000,- , € 2.982.111,- en een zestal andere stortingen) is hoegenaamd niets gesteld. [appellant] heeft weliswaar gesteld dat hij en Koers zijn vrijgesproken van witwassen (zonder de uitspraken in het geding te brengen) maar dit laat onverlet dat de derdenrekening niet op een normale wijze is gebruikt.