Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verzoeker],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Op 4 oktober 2016 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door [verzoeker] tegen de raadsheren mr. B. van Walderveen, mr. dr. P. van der Wal en mr. A.I. van Amsterdam. Het verzoek tot wraking was gebaseerd op de stelling dat de raadsheren partijdig waren, omdat in een eerdere brief aan de gemeente Dantumadiel niet alle bezwaren van [verzoeker] waren meegenomen. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tijdig was ingediend en dat [verzoeker] ontvankelijk was in zijn verzoek. Echter, de gronden voor de wraking werden niet gegrond bevonden. De wrakingskamer stelde vast dat de tussenbeslissing van het hof bedoeld was om de procedure te stroomlijnen en dat er geen sprake was van een inhoudelijk eindoordeel. De wrakingskamer concludeerde dat de raadsheren niet bevooroordeeld waren en dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid. Het hof wees het verzoek tot wraking af, omdat er geen feiten of omstandigheden waren die de schijn van vooringenomenheid rechtvaardigden. De beslissing werd openbaar uitgesproken en ondertekend door de leden van de wrakingskamer.