Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[naam terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 20 januari 2016, die de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege had goedgekeurd voor de terbeschikkinggestelde. Het hof heeft de terbeschikkinggestelde, geboren in 1975 en verblijvende in een kliniek, gehoord tijdens de zitting op 21 april 2016, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Lonterman en de advocaat-generaal mr. M.J.M. van der Mark. De zaak draait om de interpretatie van een reclasseringsadvies, dat negatief was over de voorwaardelijke beëindiging, maar toch voorwaarden formuleerde voor het geval de rechter dit advies niet zou volgen.
Het hof heeft vastgesteld dat er stagnatie is in het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde, die aan zijn behandelplafond zit en in de klinische setting weinig vooruitgang boekt. De kliniek heeft aangegeven dat er mogelijkheden zijn voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging, mits de terbeschikkinggestelde wordt geplaatst in het resocialisatiecentrum De Blink. Het hof heeft geconcludeerd dat de terbeschikkinggestelde bereid is om zich aan de voorwaarden van de reclassering te houden en dat er voldoende mogelijkheden zijn voor begeleiding in De Blink.
Uiteindelijk heeft het hof de beslissing van de rechtbank bevestigd, met de aanvulling dat Reclassering Nederland, regio Zuid-West, de terbeschikkinggestelde moet ondersteunen bij de naleving van de voorwaarden. Het hof heeft hiermee de nadruk gelegd op de noodzaak van voortgang in het resocialisatietraject, gezien het verlaagde recidiverisico en de bereidheid van de terbeschikkinggestelde om samen te werken aan zijn resocialisatie.