In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 september 2016, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had op 18 november 2015 de vorderingen van [appellante] in conventie afgewezen en de vorderingen van [geïntimeerde] in reconventie toegewezen. De zaak betreft een geschil over de betaling van rechtsbijstandskosten die [appellante] heeft gedeclareerd bij DAS, de rechtsbijstandverzekeraar van [geïntimeerde]. Tijdens het hoger beroep is [appellante] failliet verklaard, wat invloed heeft op de voortgang van de procedure. Het hof oordeelt dat de vordering van [appellante] op [geïntimeerde] moet worden geschorst en dat de curator moet worden opgeroepen. De vordering van [geïntimeerde] in reconventie is eveneens geschorst, omdat deze vordering ook betrekking heeft op de boedel van [appellante]. Het hof houdt verdere beslissingen aan en verwijst de zaak naar de rol van 25 oktober 2016 voor oproeping van de curator.