Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
Oxxio Nederland B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- een akte uitlating na tussenarrest van [appellant] ;
- een antwoordakte van Oxxio.
2.De verdere beoordeling in hoger beroep
Bij de berekeningen van het geleverde gas en de geleverde elektra is Oxxio in eerste instantie uitgegaan van geschatte standen per 16 mei 2013, te weten gas: 48471 en elektra: Hoog 319023 Laag 333188.
Bij de nieuwe berekeningen van het geleverde gas is Oxxio - na correctie - uitgegaan van een door de klant doorgegeven stand van 44760 op 19 december 2012 en een op 13 september 2013 opgenomen stand van 47255.
Bij de nieuwe berekeningen van de geleverde elektra is Oxxio - na correctie - uitgegaan van door de klant doorgegeven standen op 13 februari 2013: Hoog 316051 en Laag 329887, en de op 26 november 2013 (vermoedelijk door de nieuwe gebruiker) doorgegeven standen: Hoog 319257 en Laag 332586.
Bij deze nieuwe berekeningen is Oxxio ervan uitgegaan dat de door haar in rekening gebrachte hoeveelheid gas en elektriciteit is verbruikt in de periode tussen december 2012 en mei 2013. Volgens haar is het aannemelijk dat het pand van mei tot september 2013 heeft leeggestaan, omdat in de tussenliggende periode geen nieuwe energielevering aan dit adres heeft plaatsgevonden.
Hij bestrijdt het uitgangspunt van Oxxio dat er tussen mei 2013 en 13 september 2013 geen verbruik heeft plaatsgevonden en dat "dus" kan worden uitgegaan van de standen per 13 september 2013 die uit het Toegankelijk Meetregister blijken. [appellant] betoogt dat het pand "ook" leeggestaan heeft van februari 2013 tot mei 2013, terwijl er volgens Oxxio desondanks wel verbruik van gas en elektra is geweest. Het standpunt van [appellant] komt erop neer dat de door Oxxio - na correctie - in rekening gebrachte hoeveelheid gas en elektra niet in de periode van december 2012 tot mei 2013 kan zijn verbruikt, omdat hij toen niet meer in het pand verbleef, maar in de periode mei 2013 tot september 2013 moet zijn verbruikt.
Vooropgesteld wordt dat de onzekerheid omtrent de hoogte van de meterstanden per 8 mei 2013 in de risicosfeer van [appellant] ligt, omdat hij blijkens de desbetreffende telefoonnotitie (productie 2 bij de memorie van antwoord) op die datum de meterstanden per 19 december 2012 aan Oxxio heeft doorgegeven, terwijl hij als contractspartij van Oxxio gehouden was de meterstanden per 8 mei 2013 door te geven.
Bij gebrek aan doorgegeven actuele standen heeft Oxxio in eerste instantie niet anders kunnen doen dan de standen per mei 2013 te schatten. De nadien toegepaste correctie met de werkelijke standen uit het Toegankelijk Meetregister per 13 september 2013 heeft geleid tot een verlaging van het in rekening gebrachte verbruik aan gas en elektra. Weliswaar valt niet uit te sluiten dat een deel van dit verbruik heeft plaatsgevonden in de periode van 8 mei tot 13 september 2013, maar in het licht van het door Oxxio gestelde lag het op de weg van [appellant] om dit nader te onderbouwen met feiten en omstandigheden. Nu [appellant] dit heeft nagelaten, gaat het hof aan dit verweer voorbij.