ECLI:NL:GHARL:2016:7301

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 september 2016
Publicatiedatum
13 september 2016
Zaaknummer
200.192.508/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en de gevolgen van diefstal door een werknemer in de detailhandel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag op staande voet van [verzoekster], die werkzaam was als verkoopmedewerkster bij A.S. Watson (Health & Beauty Continental Europe) B.V. De kantonrechter had eerder het verzoek van [verzoekster] tot vernietiging van het ontslag afgewezen. Het hof bevestigde deze beslissing en oordeelde dat het ontslag op staande voet terecht was gegeven. De zaak draait om de beschuldiging van diefstal, waarbij [verzoekster] op 12 november 2015 persoonlijke aankopen deed in haar eigen filiaal en daarbij niet alle artikelen correct afgerekend zou hebben.

Het hof oordeelde dat de kantonrechter terecht had vastgesteld dat [verzoekster] zich schuldig had gemaakt aan diefstal door goederen mee te nemen zonder volledige betaling. Het hof merkte op dat [verzoekster] op de hoogte was van de gedragsregels en procedures die golden voor medewerkers bij A.S. Watson, en dat haar handelen niet als een vergissing kon worden gekwalificeerd. De omstandigheden, waaronder de afwezigheid van de filiaalmanager en assistent-filiaalmanager, maakten haar verantwoordelijk voor de gang van zaken in de winkel.

Het hof verwierp de grieven van [verzoekster] en concludeerde dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de verwijten en het schenden van het vertrouwen dat de werkgever in haar moest kunnen stellen. De verzoeken van [verzoekster] om het ontslag te vernietigen en om een transitievergoeding te ontvangen werden afgewezen. Het hof bekrachtigde de beschikking van de kantonrechter en veroordeelde [verzoekster] in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.192.508/01
(zaaknummers rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, 4748807 en 4813053)
beschikking van 13 september 2016
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
in eerste aanleg: verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek,
hierna:
[verzoekster],
advocaat: mr. N.E. van Uitert, kantoorhoudend te Drachten,
tegen
A.S. Watson (Health & Beauty Continental Europe) B.V.,
gevestigd te Renswoude,
verweerster in hoger beroep,
in eerste aanleg: verweerster, tevens verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek,
hierna:
Watson,
advocaat: mr. R.M. Kerkhof, kantoorhoudend te Veenendaal.

1.Het geding in eerste aanleg

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de beschikking van
10 maart 2016 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, waarbij de kantonrechter het verzoek van [verzoekster] tot vernietiging van het haar gegeven ontslag op staande voet heeft afgewezen en Watson niet-ontvankelijk heeft verklaard in het voorwaardelijk tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure is als volgt:
- het beroepschrift met producties en de stukken van eerste aanleg van [verzoekster] , ter griffie ontvangen op 7 juni 2016;
- het namens [verzoekster] nagezonden proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg;
- het verweerschrift in hoger beroep met producties, waaronder een usb-stick, van Watson;
- een nagekomen productie van [verzoekster] d.d. 12 augustus 2016;
- de op 19 augustus 2016 gehouden mondelinge behandeling, waarbij geen pleitnotities zijn overgelegd.
2.2
Vervolgens heeft het hof uitspraak bepaald op 30 september 2016 of zoveel eerder als mogelijk is.
2.3
[verzoekster] heeft in haar beroepschrift verzocht de beschikking van de kantonrechter te vernietigen, en opnieuw rechtdoende het ontslag op staande voet te vernietigen en de in eerste aanleg in hoofdzaak ingestelde primaire dan wel subsidiaire vorderingen alsnog toe te wijzen, met veroordeling van Watson in de kosten van beide procedures.

3.De feiten

3.1
Tegen de door de kantonrechter vastgestelde feiten is geen beroepsgrond gericht. Aangevuld met wat in hoger beroep is komen vast te staan, zijn die feiten als volgt.
3.2
Watson exploiteert in Nederland onder andere de winkelketen Kruidvat. In ieder filiaal van Kruidvat is een filiaalmanager verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken. De filiaalmanager wordt daarbij ondersteund door een assistent-filiaalmanager. Bij afwezigheid van zowel de filiaalmanager als de assistent-filiaalmanager is een daartoe aangewezen verkoopmedewerker bevoegd en verantwoordelijk voor de leiding van het filiaal.
3.3
[verzoekster] is sedert 20 juni 2011 in dienst van Watson, laatstelijk in de functie van verkoopmedewerkster Kruidvat in het filiaal te [woonplaats] (filiaal [nr.] ) voor 20 uur per week, tegen een bruto salaris van € 935,13 per maand (exclusief vakantiegeld en overige emolumenten). De vestiging van Kruidvat te [woonplaats] is op donderdag geopend tot 21.00 uur. [verzoekster] is aangewezen als vervanger voor de assistent-filiaalmanager zoals hiervoor bedoeld.
3.4
Watson hanteert gedragsregels ("Gedragsregels Filiaalmedewerkers Kruidvat, Prijsmepper en Trekpleister A.S. Watson Health & Beauty (Continental Europe) B.V.") waaraan een medewerker van Kruidvat zich dient te houden wanneer deze onder werktijd voor eigen gebruik aankopen doet in het filiaal waar hij werkzaam is. In deze gedragsregels is, voor zover van belang, het volgende bepaald:
"8. AANKOPEN DOOR MEDEWERKERS
8.1
Algemeen
Personeelsaankopen die niet voor directe consumptie zijn worden uitsluitend gedaan in de 15 minuten voor sluitingstijd. Indien je werktijd eerder eindigt dan de sluitingstijd van het filiaal waar je werkzaam bent, dan doe je de aankopen buiten werktijd. De aankoop reken je af volgens de normale procedure op de door de leidinggevende aangewezen kassa. Bij het afrekenen zijn altijd minimaal twee personen aanwezig. De kassabon wordt afgetekend door de leidinggevende. De aankopen worden gecontroleerd door de leidinggevende bij het einde van de werktijd van de medewerker. De aankopenmoetendezelfde dag meegenomen worden. Personeelsaankopen van artikelen ter consumptie tijdens werktijd worden vóór consumptie afgerekend. Aangekochte goederen zonder kassabon, respectievelijk zonder bewijs van betaling worden als niet gekochte goederen beschouwd. De leidinggevende is bevoegd om de gekochte goederen, zolang deze zich nog in de bedrijfsgebouwen bevinden, op elk gewenst moment te controleren aan de hand van de kassabon. Het niet of niet correct afrekenen van goederen is diefstal en wordt beschouwd als een dringende reden voor ontslag op staande voet.
(….)
10 DIEFSTAL EN FRAUDE
Het wegnemen van geld of goederen of het meewerken daaraan, met inbegrip van (consumptie) van kapotte of beschadigde artikelen die het eigendom van A.S. Watson zijn, is diefstal. Diefstal of fraude door een medewerker, in welke vorm dan ook, is altijd een reden voor ontslag op staande voet. Er wordt altijd aangifte gedaan bij de politie, waarna de naam van de medewerker wordt toegevoegd aan het Waarschuwingsregister via de Stichting Fraude Aanpak Detailhandel (FAD). Het waarschuwingsregister is toegankelijk voor andere deelnemende ondernemingen. Tevens wordt overgegaan tot het verhalen van de kosten van fraudeonderzoek. In geval van diefstal door een collega informeer je je leidinggevende. Als je dit liever in vertrouwen of anoniem doet, kun je ook contact opnemen met het fraudemeldpunt via telefoonnummer (….)."
3.5
Watson verspreidt onder al haar medewerkers maandelijks het interne communicatieblad "2thePoint". In de uitgave van mei 2014 is in dit blad een artikel verschenen met de titel "Wij pikken diefstal niet!". In dit artikel, afkomstig van de afdeling derving en veiligheid van Watson (hierna verder te noemen: DV), staat onder meer:
"We hebben er jammer genoeg dagelijks mee te maken; winkelcriminaliteit. Maar fraude? Diefstal? Wij pikken het niet! Ook niet van onze collega's, want helaas komt diefstal door eigen medewerkers ook nog steeds voor. Samen met jou willen we dit terugdringen. Op Intranet vind je cijfers en andere informatie over criminaliteit in Nederlandse winkels.
In deze 2thePoint alvast een paar tips die winkelcriminaliteit tegengaan. Want werken met vertrouwen werkt veel prettiger.
 Volg de geldende regels en procedures (…)"
3.6
Op 4 juni 2015 zijn op Intranet (de interne website van Watson), dat in ieder filiaal van Kruidvat beschikbaar is voor het personeel, de volgende, van DV afkomstige, mededelingen verschenen, voor zover van belang:
"Fraude? Diefstal? Wij pikken het niet!
04-06-2015 -- Dagelijks hebben we te maken met winkelcriminaliteit. (….). Ongeveer 47,8% van de totale winkelcriminaliteit wordt veroorzaakt door winkeldieven, 25,7% door diefstal van eigen medewerkers en 26,5% procent door interne fouten (bijv. breuk en THT) en schade door leveranciers. Elke dag werken we binnen de gehele organisatie hard aan om alle vormen van criminaliteit tegen te gaan. Met de volgende tips kan jij je steentje bijdragen om de winkelcriminaliteit terug te dringen:
- Volg de geldende regels en procedures
(….)
- Helaas worden we ook geconfronteerd met diefstal door eigen medewerkers. Dit geven we minimaal evenveel aandacht als de "gewone" winkeldiefstallen. Ook jullie kunnen helpen diefstal door eigen medewerkers terug te dringen. Daarom enkele tips:
- Maak fraude bespreekbaar in je team.
Volg de geldende regels en procedures.
- Heb je vermoedens van fraude binnen je team? Meld het direct aan je District manager of Derving en Veiligheid (….).
Ook kan je fraude vermoedens volledig anoniem melden op fraudenummer (….) of (….).
Samen proberen we winkelcriminaliteit te voorkomen. Daarom is het motto van Derving &Veiligheid: Fraude? Diefstal? Wij pikken het niet! Lees meer over fraude en diefstal in de nieuwste WATSgoingON."
3.7
In de editie van juni 2015 van het personeelsblad WATSgoingON is een artikel verschenen waarin is aangegeven dat Watson korte metten maakt met interne fraude. In dit artikel is onder meer de filiaalmanager van de vestiging van Kruidvat te [plaats] (filiaal [nr.] ) aan het woord, die vertelt over door een (ondergeschikte) collega gepleegde fraude.
3.8
Op donderdag 12 november 2015 waren de filiaalmanager en de assistent-filiaalmanager afwezig en was [verzoekster] aangewezen als de verantwoordelijke medewerker voor de gang van zaken in de vestiging van Kruidvat te [woonplaats] . Op die dag, tegen sluitingstijd, heeft [verzoekster] een aantal persoonlijke aankopen gedaan in haar 'eigen' filiaal. Van deze transactie is een kassabon met nummer 405 opgemaakt. De kassabon vermeldt, voor zover van belang, de volgende gegevens:
Aant. Artikel Bedrag
FIETSSTOEL ACHTER 29.99
KORTING 50% OP=OP -15.00
OPSTAPJE GRIJS 5.99
KORTING 50% OP=OP -2.99
SCHMINKSET 0.99
BORDJES 0.79
VLAGGENLIJN 1.29
TAFELKLEED 1.29
SERVETTEN 0.79
INLEGZOOL 0.79
SMALL PIANO AVENGERS 1.99
PEPERNOTENBAKJE 0.79
CHOCOLADE LETTER 0.69
CHOCOLADE LETTER 0.69
CHOCOLADE LETTER 0.69
KRUIDVAT CHOCOLADE 1.09
NAVULLING BRISE 2.79
KORTING 0.00
KORTING IN UW VOORDEEL -0.79
KORTING 0.00
NAVULLING BRISE 2.79
KORTING 0.00
KORTING IN UW VOORDEEL - 0.79
FOTOFRAME 1.79
KORTING 0.00
FOTOFRAME 1.79
FOTOFRAME 1.79
FOTOFRAME 1.79
FOTOFRAME 1.79
DAMES T-SHIRT 6.99
KORTING 0.00
OPBERGBOX 10 LTR 1.99
KORTING 50% OP=OP -1.00
OPBERGBOX 10 LTR 1.99
KORTING 50% OP=OP -0.99
OPBERGBOX 4.99
KORTING 50% OP=OP -2.50
BLONDES BLAUW 5.70
HOKA #4
HOKA #4
ORDER PROMOTIONS:
MIXMATCHKORTING -9.99
31 SUBTOTAAL 50.00
VVV CADEAUBON 25.00
(….)
31 SUBTOTAAL 25.00
VVV CADEAUBON 25.00
(….)
WISSELGELD 0.00
(….)
==================================
TOTALE ACTIEKORTING 34.05
==================================
C0014 #0405 20:57:07 12NOV2015
3.9
Op 13 november 2015 heeft Watson een anonieme melding ontvangen dat zich bij de aankopen door [verzoekster] onregelmatigheden hebben voorgedaan. Naar aanleiding van deze melding heeft DV nader onderzoek gedaan. De camerabeelden van 12 november 2015 en van de dagen in de daarop volgende week (week 47 van 2015) zijn bekeken, alsmede de kassa uitdraai (kassabon) van de door [verzoekster] op 12 november 2015 gedane aankopen. Voor dit onderzoek heeft Watson Headline, een particulier adviesbureau, ingeschakeld.
3.1
In een handgeschreven transcript heeft Headline/DV aangegeven wat de camera op
12 november 2015, vanaf omstreeks 18:30 uur, heeft geregistreerd ten aanzien van [verzoekster] . In dit transcript is het volgende aangegeven:
18:26 pakt ze uit de kooi een fietsstoel
18:32 pakt ze 2 opstapjes uit de kooi en legt deze op een kar
18:34 pakt ze een gele sticker rol uit de Pos meter
18:35 pakt ze 5 chocoladeletters uit de kooi legt deze op de kar
18:36 legt ze er een inlegzool bij
18:36:45 doet ze de producten in een rood krat
18:37 pakt ze de fotolijstjes uit de kooi en doet deze ook in het krat
18:37 legt ze nog een chocoladeletter erbij
18:38 legt ze 2 kleine opbergboxen erbij
18:38 legt ze 1 grote opbergbox en 2 middel opbergboxen erbij
18:39 legt ze de small piano avengers erbij
20:25 pakt ze 1 sinterklaas schoorsteen en legt deze ook bij de kar
20:49 pakt ze de kar en gaat naar de kassa
20:52 geeft ze haar code aan Hacer zodat Hacer wel door kan gaan met kassa draaien en dan gaat Moniek op kassa 1 haar eigen spullen afrekenen met de code van Hacer
20:53 meld Moniek haar aan op kassa 1
20:54 pakt ze nog even de fietsstoel uit het magazijn
20:54:37 scant ze de fietsstoel
20:55:30 scant ze 1 opstapje terwijl ze 2 in de handen heeft
20:55:49 scant ze de spullen uit het rode krat
20:56:33 scant ze de chocoladeletters, ze heeft 5 in haar hand maar ze scant er maar 3
20:56:39 scant ze nog een 1 groene chocoladeletter
20:57:43 pakt ze de panty, "probeert" deze te scannen maar doet dit niet
20:58:16 scant ze de fotolijstjes
20:59 scant ze een T-shirt
21:00:00 scant ze 2 kleine opbergboxen
21:00:08 scant ze 1 middel opbergbox maar heeft er 2 vast
21:02:30 berekend ze 9,99 korting
21:04:51 komt Hacer erbij om haar te "controleren" of zoiets
21:07:41 is ze bij de kassa klaar
21:29 gaat ze met de spullen naar buiten
3.11
Naar aanleiding van de bevindingen heeft op 20 november 2015, vanaf 13.00 uur, een gesprek plaatsgevonden tussen [X] , medewerker van Headline, en [verzoekster] , in aanwezigheid van [Y] , districtsmanager Kruidvat. Van het gesprek is een verklaring opgesteld, die [verzoekster] om ongeveer 14.45 uur heeft ondertekend. In de verklaring is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
"NAAM: [verzoekster]
(….)
CAISSIÉRENUMMER: [nummer] Hoka 4
(…). Ik ben sinds 20-06-2011 werkzaam bij het Kruidvat, momenteel in de functie van verkoopmedewerker in het Kruidvat te [woonplaats] . Mijn kassagebruikersnummer is nr. [nummer] . U zegt mij dat u een onderzoek heeft gedaan naar mijn kassahandelingen en wel met name naar de persoonlijke aankopen van mij op 12 november 2015. Zie kassabon 405 gemaakt op kassa 1 om 20:57 uur. U vraagt aan mij of ik mij kan herinneren wat ik op dat moment heb aangekocht en ook of ik hiervan alles heb gescand en betaald heb. Ik kan mij hier een en ander nog van herinneren. Ik heb in de loop van de avond de spullen die ik wilde kopen op een karretje in het magazijn verzameld en tegen sluitingstijd ben ik hiermee naar de kassa gegaan. Alle spullen stonden op het karretje. Ik weet dat ik de spullen zelf heb gescand. U vraagt aan mij of ik hierbij alles heb gescand en voor zover ik weet heb ik dat ook gedaan. Ik had ook een aantal chocoladeletters gekocht. Ik weet dat dit er 6 waren. Nu zegt u mij dat er slechts 4 van zijn gescand. Ik schrik daar van want dat betekent dat ik er dus 2 niet betaald heb.
Ik heb die avond ook 5 opbergboxen gekocht en ik dacht dat ik deze ook alle 5 had gescand en had afgerekend. Nu laat u mij op de kassabon zien dat ik twee opbergboxen niet heb afgerekend, dat was een box van het format middel groot en een van het formaat groot. Deze boxen kosten € 2,50 en € 3,50. U vraagt aan mij hoeveel opstapjes ik heb gekocht, dat zijn er twee geweest, een voor boven en een voor beneden. U laat mij nu de kassabon zien en ik zie dat ik er slechts een heb gescand en heb afgerekend. U vraagt aan mij of ik de panty ook heb meegenomen. Ik ben daar niet zeker van. U vraagt aan mij of ik mij de schoorsteen kan herinneren die ik ook heb op karretje had gezet. Dit was een kartonnen uitklapbare schoorsteen en die kan ik mij herinneren want die had ik inderdaad op het karretje gezet. Ik schrik van het feit dat ik die ook niet heb afgerekend. Dit zie ik inderdaad op mijn kassabon. U vraagt aan mij waarom ik in het magazijn een rol met gele afprijsstickers had gepakt.
Ik heb hiervan een 5 tal gele stickers gepakt en op de 5 fotolijstjes geplakt die ik ook heb gekocht. Ik heb hierdoor mijzelf een korting gegeven van 50%. Ik heb dit gedaan omdat ik wist dat deze lijstjes in de korting zouden komen. Ik had uitgerekend dat ik voor € 50,- aan boodschappen had. Ik had nog twee VVV kadobonnen à € 25,-. Toen ik klaar was met scannen was het totaalbedrag € 59,99. Vervolgens heb ik mij een korting van € 9,99 gegeven zodat het totaalbedrag € 50,- werd. Ik heb dat betaald met die 2 VVV bonnen. Ik dacht dat ik recht had op die korting vanwege de korting op de 5 fotolijstjes en op het T-shirt. Ik ben deze transactie gestart op het kassanummer van mijn collegaatje, dit is KSGB 14, zij stond op de andere kassa en werkte onder mijn nummer. Ik had dit zo gedaan zodat we konden doorgaan met de klanten te helpen. Nadat ik klaar was met mijn kassabon heb ik haar erbij geroepen en heb haar de kassabon laten zien, laten controleren en heb ik aan haar uitgelegd waarom er de kortingen op stonden vermeld. Ik heb op deze manier 6 producten meegenomen die ik niet heb afgerekend. Dat was een opstapje, twee opbergboxen, 2 chocoladeletters, een schoorsteen en mogelijk een panty en het totale bedrag hiervan is € 15,38 exclusief de panty. U vraagt aan mij of ik gisteren, donderdag
19 november twee chocolade letters heb gekocht en of ik die ook heb betaald.
Ik heb inderdaad twee chocolade letters gekocht en die heb ik niet betaald. Ik dacht dat ik ze in de winkel had laten liggen om de volgende dag te betalen. Nu blijken ze daar niet meer te liggen maar ik kan ook niet herinneren dat ik ze mee heb genomen. Ik had ze niet betaald omdat ik geen voldoende saldo had. Ik heb gisteren ook aan een collegaatje twee CD's meegegeven. Ik had deze met een korting op gratis gezet en ik heb ze aan haar meegeven. Dit betreft kassabon 86 op kassa 2 om 20:57 uur.
Ik heb ook nog een rode opberg box van het Kruidvat die avond meegenomen. Die moet ik nog terugbrengen. Het totale bedrag wat door mij als schadebedrag is veroorzaakt komt uit op € 26,80. Ik ben bereid dit bedrag aan het Kruidvat te betalen. U heeft mij verteld dat u voor uw onderzoek gebruik heeft gemaakt van de video opnamen van het CCTV systeem en dat u deze op uw kantoor bewaart. U heeft ook gezegd dat deze ter beschikking staan van de politie. Ik begrijp dat. Ik heb dit zo gedaan, ik heb dit ook zo naar eer en geweten gedaan. Maar er zijn zo door mij wel fouten gemaakt en daar neem ik mijn verantwoording voor. U zegt mij dat het Kruidvat mogelijk bij de politie aangifte gaat doen van verduistering in dienstbetrekking, ik begrijp dat. Ik begrijp dat ik een deel van de kosten van het onderzoek zoals dit is gedaan door (….) Headline (….) aan het Kruidvat moet vergoeden. U zegt mij dat dit een bedrag is van € 633,25. Ik begrijp dit. Hierdoor komt de schade op € 660,05."
3.12
[verzoekster] heeft tevens op 20 november 2015 een door haarzelf geschreven verklaring afgelegd. Daarin heeft zij onder meer het volgende verklaard:
"Hierbij verklaar ik dat er een aantal dingen op mijn werk niet volgens de regels is gegaan. D.d. 12 november heb ik spullen afgerekend, naar mijn weten correct afgehandeld. Hierbij zaten producten die in de afprijzingen zaten, daar zat nog geen gele sticker op. Deze heb ik er zelf opgeplakt omdat ik wist dat deze in de general merchandise afprijzingen zaten en voor duidelijkheid voor mijn collega bij het afrekenen. Nu bleek dat deze tijdens het scannen niet automatisch eraf gingen en heb zelf de korting verrekend. Door drukte heb ik mijn collega op mijn nummer laten draaien en haar de aanwezige klanten laten helpen aan de kassa. En ik op haar nummer. Door die drukte en omdat het vlak voor sluitingstijd was, heb ik uiteindelijk zelf de producten afgerekend. Wat niet correct is. Ik loop bij mijn dokter voor diverse klachten waaronder 'mijn vergeetachtigheid' (….). De te benoemen dingen die verkeerd zijn gegaan:
- 1x scannen van opstapje i.p.v. 2
- 3x scannen van opbergbox i.p.v. 5
- fotolijstjes die blijkbaar niet in de afprijzingen zaten
- chocoladeletters niet op de dag afgerekend
- cd + dvd aan collega meegegeven terwijl dit officieel niet mag
- een panty waar ik niet van weet waar die is en waar geen code op zat en onbewust heb genomen.
En een rood krat die nog bij mij thuis staat."
3.13
Bij brief van 24 november 2015, voor zover van belang, heeft Watson [verzoekster] het volgende meegedeeld:
"Hiermee bevestigen wij u het gesprek van vrijdag 20 november 2015 met (….) [Y] (….) en (…) [X] (….) waarin wij u met directe ingang op staande voet hebben ontslagen.
Redenen voor dit ontslag zijn:
 U heeft zich onrechtmatig goederen toegeëigend, zonder te betalen en zonder dat u daartoe gerechtigd of gemachtigd was of anders daarvoor toestemming had gekregen.
 U heeft u zelf korting op goederen toegeëigend zonder dat u daartoe gerechtigd of gemachtigd was of anders daarvoor toestemming had gekregen.
 U heeft aan een collega goederen meegegeven zonder dat er voor die goederen betaald is.
 Over bovengenoemde punten heeft u een volledige schriftelijke bekentenis afgelegd.
 U hebt de gedragsregels en/of de procedures en/of de instructies gegeven door of namens (….) Watson niet nageleefd, en daarmee heeft u uw plichten als werknemer op zeer grovelijke wijze veronachtzaamd.
 Het vertrouwen dat wij in u moeten kunnen stellen is hierdoor onherstelbaar geschaad. Gelet op het vorenstaande kan van ons redelijkerwijs niet gevergd worden het dienstverband met u te continueren.
Deze verwijten gelden ieder voor zich doch tevens in samenhang beschouwd, als dringende reden die leiden tot ontslag op staande voet. De arbeidsovereenkomst tussen u en onze onderneming is derhalve beëindigd op 20 november 2015."
3.14
Watson heeft aangifte gedaan bij de politie. Op 1 april 2016 is [verzoekster] door de politierechter veroordeeld wegens verduistering in dienstbetrekking. [verzoekster] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

4.De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan

4.1.
[verzoekster] heeft de kantonrechter, voor zover in hoger beroep nog van belang, verzocht:
- primair het ontslag op staande voet te vernietigen en, kort weergegeven, te bepalen dat Watson haar alsnog moet toelaten tot haar werk alsmede Watson veroordeelt tot doorbetaling van haar loon met wettelijke verhoging en wettelijke rente;
- subsidiair, indien het ontslag terecht wordt geoordeeld, Watson te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding en
- meer subsidiair, voor het geval [verzoekster] berust in de opzegging, Watson te veroordelen tot betaling van de in artikel 7:681 BW bedoelde billijke vergoeding, loon wegens onregelmatige opzegging en de transitievergoeding met wettelijke rente over alle bedragen.
4.2
Watson heeft, voor het geval de kantonrechter of het hof van oordeel zou zijn dat geen sprake is van een dringende reden, ontbinding op de kortst mogelijke termijn verzocht, primair op de e-grond en subsidiair op de g-grond, zonder enige vergoeding aan [verzoekster] en met veroordeling van [verzoekster] in de kosten van de procedure.
4.3
De kantonrechter heeft geoordeeld dat sprake is van diefstal, hetgeen ondanks de ernstige gevolgen voor [verzoekster] ontslag op staande voet rechtvaardigt. Omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen heeft [verzoekster] geen recht op de transitievergoeding.
Nu [verzoekster] niet ondubbelzinnig afstand heeft gedaan van haar beroep op vernietiging van het ontslag komt de kantonrechter niet aan beoordeling van haar meer subsidiaire verzoeken toe. [verzoekster] heeft onvoldoende onderbouwd dat zij belang heeft bij beoordeling voor het geval zij op enig moment besluit te berusten in het ontslag, nog daargelaten of [verzoekster] die keuze niet had moeten maken binnen de vervaltermijn van twee maanden, bedoeld in artikel 7:686a lid 4 onderdeel a BW. [verzoekster] wordt veroordeeld in de proceskosten.
4.4
Nu het ontslag op staande voet stand houdt, is er volgens de kantonrechter geen plaats voor een voorwaardelijke ontbinding, ook niet voor het geval het hof de werkgever zou veroordelen tot herstel van de arbeidsovereenkomst. Watson wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar ontbindingsverzoek met annexe nevenverzoeken, onder compensatie van kosten in de procedure ter zake het tegenverzoek.

5.De beoordeling in hoger beroep

5.1
Bij aanvang van de mondelinge behandeling heeft het hof, onder verwijzing naar artikel 7:683 lid 3 BW en het beroep van Watson op de niet-ontvankelijkheid van [verzoekster] in haar hoger beroep onder punt 11 in het verweerschrift in hoger beroep, de advocaat van [verzoekster] verzocht hoe het hof de verzochte vernietiging van de beschikking en van het ontslag moet begrijpen. Daarop is namens [verzoekster] gevraagd het petitum te verstaan als een verzoek tot herstel, subsidiair een vervangende billijke vergoeding.
Het hof zal het petitum aldus opvatten, mede nu Watson daarop blijkens de punten 41 en 43 van haar verweerschrift in hoger beroep voorbereid was.
Het hof merkt nadrukkelijk op dat deze zeer coulante lezing van het petitum bij processtukken, die worden ingediend later dan een jaar na invoering van de ontslagbepalingen uit de Wet werk en zekerheid (Wwz), niet zonder meer verwacht mag worden. In dat verband wijst het hof er voorts op dat een verandering of vermeerdering van verzoek schriftelijk dient te geschieden, waarbij ingevolge artikel 130 Rv als maatstaf geldt of deze verandering of vermeerdering in strijd is met de goede procesorde (artikel 362 in verbinding met artikel 283 Rv).
5.2
[verzoekster] heeft vier gronden voor beroep opgeworpen, aangeduid als grieven, tegen de beschikking voor zover gewezen op haar verzoek. Met
grief 1voert zij aan dat de kantonrechter ten onrechte haar gedragingen heeft gekwalificeerd als diefstal. Deze term heeft de werkgever niet gebruikt, aldus [verzoekster] , en zij heeft ook niet het voor diefstal vereiste oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening gehad. Met
grief 2betoogt [verzoekster] dat de kantonrechter niet de aan het ontslag ten grondslag gelegde redenen heeft behandeld, en aldus buiten het geschil treedt.
Het hof verwerpt deze grieven. Met name uit randnummer 5.7, laatste alinea, van de bestreden beschikking blijkt, dat de kantonrechter onder diefstal verstaat dat [verzoekster] op
12 november 2015 tegen sluitingstijd artikelen mee naar huis heeft genomen zonder daarvoor te betalen. Deze weergave van de feiten stemt overeen met de eerste reden die Watson heeft opgegeven voor het ontslag. De kantonrechter heeft de term diefstal dus kennelijk gebruikt in dezelfde zin als aan de orde was in HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:290 en niet in de strafrechtelijke betekenis.
Indien één van de aan het ontslag ten grondslag gelegde redenen, indien de juistheid daarvan komt vast te staan, al voldoende is om het ontslag te dragen, behoeven de andere redenen die zijn aangevoerd niet nader te worden behandeld, nu Watson in de ontslagbrief (zie overweging 3.13, slot) uitdrukkelijk heeft opgenomen dat iedere reden op zichzelf al voldoende aanleiding is voor ontslag.
5.3
Met de
grieven 1 tot en met 3gezamenlijk legt [verzoekster] aan het hof de vraag voor of de kantonrechter terecht het ontslag op staande voet in stand heeft gehouden, mede gelet op alle omstandigheden van het geval. Daartoe voert zij aan dat het verzuim om alle meegenomen artikelen te scannen berust op een vergissing, veroorzaakt door bijwerkingen van het door haar gebruikte geneesmiddel Champix. Zij had ook stressklachten en Watson wist dat zij zich een aantal keer had ziekgemeld. De weergave van wat op de video-opname is te zien is subjectief. [verzoekster] heeft nimmer de intentie gehad zich zaken toe te eigenen. In dit geval is ontslag als ultimum remedium niet gerechtvaardigd, aldus [verzoekster] .
5.4
Tijdens de mondelinge behandeling heeft het hof nadere uitleg aan [verzoekster] gevraagd over de extra korting die zij via de kassa heeft aangeslagen en die dus niet bij het scannen op de bon werd vermeld. De fotolijstjes waren bijvoorbeeld regulier afgeprijsd van ongeveer € 4,- naar € 1,79, maar volgens [verzoekster] zou zij ook nog recht hebben op 50% korting op laatstgenoemde prijs.
[verzoekster] heeft ter zitting verklaard dat er iedere vrijdag een lijst kwam met producten uit de 'general merchandise', welke producten een gele sticker moesten krijgen waaruit bleek dat er nog eens 50% korting op de prijs kwam. Volgens [verzoekster] hebben de fotolijstjes op zo'n lijst gestaan. Op donderdag 12 november 2015 zat er evenwel nog geen sticker op de lijstjes die [verzoekster] wilde meenemen totdat [verzoekster] die stickers er zelf opplakte. Dat de lijstjes aanvankelijk niet gestickerd waren komt, zo lijkt uit de verklaring van [verzoekster] te volgen, doordat zij al drie weken bezig was de door haar gewenste spullen te verzamelen.
In reactie hierop heeft bedrijfsjurist [Z] van Watson met klem ontkend dat de fotolijstjes ooit op de lijst met general merchandise-artikelen hebben gestaan, nu het goed lopende producten uit het vaste assortiment betreft die niet voor op = op-prijzen weggaan. Zij heeft dit nog nagevraagd bij de inkoper.
Naar het oordeel van het hof heeft [verzoekster] , mede gelet op de toelichting van de zijde van Watson, niet aannemelijk gemaakt dat zij recht had op extra korting op de gescande prijs van de fotolijstjes. Dat zij die korting wel heeft geclaimd door op die artikelen een gele sticker te plakken en handmatig een extra korting op de kassabon toe te voegen, kan bezwaarlijk verklaard worden door vergeetachtigheid als gevolg van medicijngebruik.
5.5
Het hof heeft voorts nadere uitleg gevraagd aan [verzoekster] over het gebruik van de kassacode van haar collega bij het scannen door [verzoekster] zelf van de door haar privé aan te schaffen goederen uit de winkel. [verzoekster] heeft daar geen verklaring voor kunnen geven die begrijpelijk maakt dat de klanten aldus sneller worden geholpen, zoals zij aanvankelijk heeft aangevoerd. Uiteindelijk heeft [verzoekster] erkend dat zij de code van haar collega heeft gebruikt omdat zij wist dat zij niet zelf haar privé-aankopen mocht afrekenen. De bewuste collega, buurmeisje van de vriend van [verzoekster] , is een goede bekende van haar; [verzoekster] is naar eigen zeggen zelfs haar vertrouwenspersoon.
Het hof is van oordeel dat [verzoekster] , die aldus bewust heeft afgeweken van het vier-ogenprincipe dat volgt uit de haar bekende regels bij privé-aankopen in een situatie waarin zij alleen in de winkel was met iemand voor wie zij vertrouwenspersoon was, zich niet kan beroepen op een vergissing. Zij heeft juist, mede gelet op de kortingen die zij zichzelf toekende, berekenend gehandeld. Het hof acht hierbij van belang dat [verzoekster] op 12 november 2015 vanwege de afwezigheid van de filiaalmanager en de assistent-filiaalmanager de verantwoordelijke medewerker in het filiaal in [woonplaats] was.
5.6
Het meenemen van goederen van Watson zonder (volledige) betaling is onrechtmatig.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die meebrengen dat Watson in dit geval, gelet op alle omstandigheden, voor een minder zware sanctie had moeten kiezen.
Naar het oordeel van het hof heeft de kantonrechter dan ook terecht geweigerd het ontslag te vernietigen. De daartegen gerichte gronden falen.
5.7
Met
grief 4komt [verzoekster] op tegen de afwijzing van de door haar verzochte transitievergoeding. Het hof is evenwel van oordeel dat [verzoekster] daarop geen aanspraak heeft, nu de dringende reden voor ontslag op staande voet haar ook ernstig te verwijten is.
5.8
Het hof zal de bestreden beschikking, voor zover aan hoger beroep onderworpen, bekrachtigen en [verzoekster] als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten van het hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Watson te stellen op € 718,- griffierecht en
€ 1.788,- salaris advocaat volgens liquidatietarief (2 punten, tarief II).

6.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter te Leeuwarden van 10 maart 2016, voor zover aan hoger beroep onderworpen;
veroordeelt [verzoekster] in de kosten van de procedure in hoger beroep, tot aan deze beschikking aan de zijde van Watson vastgesteld op € 718,- aan griffierecht en op € 1.788,- voor salaris advocaat volgens het liquidatietarief;
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af wat meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.L. Fikkers, mr. E.B. Knottnerus en
mr. O.E. Mulder en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 september 2016 in aanwezigheid van de griffier.