Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Regiecentrum Bescherming en Veiligheid,
2.[de moeder] ,
3.[de stiefmoeder] ,
4.de pleegouders van [de minderjarige3] en [de minderjarige2] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
- [de minderjarige1] [in] 2004 (verder te noemen: [de minderjarige1] );
- [de minderjarige4] , geboren [in] 2011;
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
Vader is er van overtuigd dat alle instanties tegen hem zijn. Het feit dat hij nu - wederom - geen 'gelijk' krijgt, zal vermoedelijk een flinke impact op hem hebben. De heer [verzoeker] lijkt een wanhopig man. Het is niet te voorspellen hoe hij zal reageren, maar het verdient sterk de voorkeur dit rapport en de consequenties die dat gaat hebben te bespreken met alle betrokken partijen en instanties, voordat er tot actie overgegaan wordt. Er moet een goed doordacht plan van aanpak komen wil het doel - een veilige omgeving voor de kinderen - kans van slagen hebben."
* Het door de vader ingebrachte rapport van de heer [G]
* De beschikking van de rechtbank van 30 mei 2016 (zaaknummer C/17/148802 / FJ RK 16-519)
* De beschikking van de rechtbank van 24 juni 2016
* De proceskosten