Uitspraak
[appellant],
Gulf,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
het vonnis in kort geding van de kantonrechter te Groningen (…), te vernietigen waar het gaat om waartoe [appellant] daarbij is geboden te doen en is veroordeeld, weergegeven in het dictum bij het eerste en tweede gedachtstreepje, dit met veroordeling van Gulf in de proceskosten van beide instanties.”
3.De feiten
Het gehuurde, bestemming
Huurder verklaart van verhuurder te hebben gehuurd met het recht het gehuurde zelf te exploiteren of aan derden in wederhuur of op andere wijze in gebruik te geven, het verkooppunt voor motorbrandstoffen, (…).
Ten Boer aan [appellant] bouwvergunningen verleend voor het oprichten van een tankstation en het plaatsen van een scheidingsmuur en een reclamezuil.
4.De vorderingen en beoordeling in eerste aanleg
- primair: [appellant] en/of [appellant] Exploitatie B.V. op straffe van een dwangsom te gebieden binnen 24 uur na het te wijzen vonnis uitvoering te geven aan de huurovereenkomsten d.d. 19 december 2007;
- subsidiair: [appellant] en/of [appellant] Exploitatie B.V. op straffe van een dwangsom te gebieden binnen 24 uur na het te wijzen vonnis met Gulf in onderhandeling te treden over het alsnog tot stand komen van de huurovereenkomsten op basis van de concept huurovereenkomsten d.d. 19 december 2007 en de daarin opgenomen voorwaarden en het verbod om, zolang de onderhandelingen niet zijn afgesloten, met andere partijen in overleg te treden;
- primair en subsidiair: [appellant] en/of [appellant] Exploitatie B.V. te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten en de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.
5.De beoordeling in hoger beroep
grieven 1 en 2hebben betrekking op twee door de kantonrechter vastgestelde feiten. Het hof heeft de feiten opnieuw vastgesteld, zodat [appellant] bij de behandeling van die grieven geen belang meer heeft.
grief 3komt [appellant] op tegen het door de kantonrechter in rechtsoverweging 3.1 van het bestreden vonnis aangenomen spoedeisend belang. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Gulf heeft gesteld dat zij schade lijdt bestaande uit omzetverlies en dat daarmee het spoedeisend belang voldoende aannemelijk is.
grieven 4 t/m 10bestrijdt [appellant] het voorlopig oordeel van de kantonrechter in de rechtsoverwegingen 3.3, 3.5, 3.6, 3.7 en 3.8 van het bestreden vonnis dat de overeenkomst tussen Gulf en [appellant] dient te worden gekwalificeerd als huurovereenkomst waaraan ook door [appellant] uitvoering is gegeven, zodat [appellant] gehouden is de voor hem uit die huurovereenkomst voortvloeiende verplichtingen na te komen.
19 december 2007, voor de eigendomsverkrijging van het perceel op 27 mei 2008, de brief van de gemeente Ten Boer van 11 december 2007 ondertekend en de daarin opgenomen verklaring afgegeven. Daarmee heeft [appellant] de verwerving van het perceel contractueel bedongen, zodat hij in de gelegenheid is tegenover Gulf aan zijn verplichtingen uit de Huurovereenkomst Grond te voldoen.
grief 11de aan hem opgelegde dwangsom van € 3.000,- per dag tot een maximum van € 75.000,-. [appellant] voert daartoe aan dat het voor hem onmogelijk is om aan de veroordeling uitvoering te geven. [appellant] heeft in hoger beroep daaraan toegevoegd dat ten tijde van het nemen van de memorie van grieven de bouw van het tankstation vrijwel is voltooid.
7 mei 2012 - de maximale dwangsom van € 75.000,- is verbeurd.
Exploitatie B.V. en dat [appellant] Exploitatie B.V. met een derde een obligatoire overeenkomst tot het oprichten en in exploitatie nemen van een motorbrandstofverkooppunt is aangegaan. Onbetwist is dat [appellant] (enige) zeggenschap heeft in [appellant] Exploitatie B.V. en dat ten tijde van de zitting bij de kantonrechter aan die overeenkomst tussen
Exploitatie B.V. en die derde (Halmo Agro B.V.) nog geen uitvoering was gegeven. Met de bouwwerkzaamheden is eerst kort na de zitting een aanvang gemaakt.
grieven 12 en 13.