Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
12 juli 2016
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Almere(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
U hebt mij verteld dat de administratie en de aangiften door u werd verzorgd. Dat betekent dat u op de hoogte was van het aan te geven bedrag. U hebt echter geen aangifte ingediend. Ik ben van mening dat er sprake is van opzet. Over de naheffingsaanslag ad 14.918 euro zal ik een boete opleggen van 50%.”.
Bezwaar tegen de boete. Tevens aanslag evt. verjaard. Ben ook bezig om een betalingsregeling met invordering te treffen.”.
Uiteindelijk heb ik u een compromis aangeboden waarin ik heb gesteld dat ik de totale boete (dus over alle middelen en jaren) ga vaststellen op € 10.000.
(…) Op 16 augustus 2011 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de heer [A] en de boetespecialist. In goed overleg hebben de heer [A] en de boetespecialist compromis bereikt over het boetevraagstuk. Bij brief van 17 augustus 2011 heeft de boetespecialist de besproken punten en de gemaakte afspraken bevestigd.
Hierbij maak ik bezwaar tegen de aanslag met de volgende redenen: Tijdens de boekencontrole stond er een bedrag aan ob te betalen van 14K. Doordat dit nog niet was aangegeven ging men uit dat dit bewust van niet was aangegeven. Mijn beredenering is dat als ik dit bewust zou willen doen, dan had ik dit toch niet zo duidelijk in de balans naar voren hebben laten komen. Tevens heeft de controleur de heer [D] aan mij medegedeeld dat hij meerdere malen aangegeven heeft aan de boetespecialist dat ik volledig heb meegewerkt en/of hij coulance wilde tonen. Hij heeft mij medegedeeld dat dit ook zou gebeuren. Helaas is het niet zo gelopen, want de boete die is opgelegd is rond de 10.000 euro excl. invorderingsrente. Om deze redenen maak ik bezwaar tegen de aanslag. Nogmaals dit is niet bewust gedaan. Ik vraag tevens uitstel voor het boete bedrag van 10K, alsmede uitstel voor de invorderingsrente van 3K.”.
Bezwaar is volgens de inspecteur niet tijdig ingediend, en derhalve niet ontvankelijk. Er is na het opleggen van de aanslag OB met aanslagnr. [0000.00.000] .F01.5501 met dagtekening 28 december 2010 wel bezwaar gemaakt en deze is nooit ingetrokken door mij. Derhalve is mijn mening dat het bezwaar nog steeds aanhangend is.”.
Hierbij bevestig ik wat wij hebben afgesproken :
- De verzuimboete vpb over 2009 t.b.v. € 2.460 komt te vervallen,
- De ten onrechte opgelegde boete van ongeveer € 7.500 komt te vervallen,
- Inzake de aanslag [0000.00.000] .9501 berustte mijn mening op een leesfout, ik dacht dat het bedrag van € 2.500 het aanvullende gedeelte van de boete was, terwijl dit enkelvoudige belasting was, derhalve trek ik voor dit gedeelte het bezwaarschrift in.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
12 juli 2016in het openbaar uitgesproken.