Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 7 juli 2016 uitspraak gedaan over de wijziging van kinderalimentatie. De zaak betreft een geschil tussen een vrouw en een man, die in hoger beroep zijn gekomen na een eerdere beschikking van de rechtbank Midden-Nederland. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, en de man, verzoeker in het incidenteel hoger beroep, zijn de ouders van twee minderjarige kinderen. Het huwelijk van partijen is op 2 augustus 2005 ontbonden door echtscheiding. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een bijdrage van € 313,50 per kind per maand zou betalen, maar deze was in geschil. De vrouw verzocht het hof om de eerdere beschikking te vernietigen en een hogere kinderalimentatie vast te stellen, terwijl de man verweer voerde en een lagere bijdrage vroeg, met inachtneming van de draagkracht van de stiefvader van de kinderen. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een herbeoordeling van de behoefte en de draagkracht rechtvaardigen. Het hof concludeert dat de vrouw, ondanks haar stellingen over haar beperkte draagkracht, in staat moet worden geacht om bij te dragen aan de kosten van de kinderen. De stiefvader heeft ook een onderhoudsplicht en zijn draagkracht moet worden meegenomen in de berekening. Uiteindelijk heeft het hof de kinderalimentatie vastgesteld op € 64,55 per kind per maand, met ingang van 1 april 2015, en de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd.