Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 juni 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] BV tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een verzoek om teruggaaf van leges die zijn geheven voor een bouwvergunning die uiteindelijk niet is gebruikt. De belanghebbende, [X] BV, had op 26 maart 2013 verzocht om teruggaaf van de leges, maar dit verzoek werd door de heffingsambtenaar van de gemeente Lelystad afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging.
Het Hof heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de teruggaaf heeft geweigerd op basis van de Legesverordening Lelystad 2007, die stelt dat teruggaaf alleen kan worden verleend als de bouwvergunning binnen 18 maanden na verlening is ingetrokken. De belanghebbende betoogde dat de Legesverordening 2007 niet meer van toepassing was, omdat deze was ingetrokken door de Legesverordening 2008, en dat het verzoek om teruggaaf moest worden beoordeeld aan de hand van de Legesverordening 2013, die geen termijn stelde voor teruggaaf.
Het Hof oordeelde echter dat de teruggaaf een correctie op de heffing van leges betreft in verband met de aanvraag van de bouwvergunning, en dat het verzoek om teruggaaf daarom moet worden getoetst aan de Legesverordening 2007. Aangezien de bouwvergunning niet binnen de gestelde termijn was ingetrokken, bestond er geen recht op teruggaaf. Het Hof bevestigde daarmee de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek van de belanghebbende af.