ABN AMRO heeft de deskundige gevraagd zich hierover uit te laten.
De deskundige heeft met betrekking tot het gebruik van brandversnellers verklaard.
"Ik stel inderdaad dat er geen sprake is van een vloeistofbrand of ook wel plasbrand
genoemd. Dit onderbouw ik aan de hand van sporenonderzoek, zoals in mijn rapport
gememoreerd. (…) [appellant] noemt het gebruik van brandversnellers "kenmerkend voor opzettelijke
brandstichting". Dat is juist, maar dit is niet de enige mogelijkheid om brand te stichten en
niet per definitie een gebruikte modus operandi.
Een lucifer of aansteker zijn nog steeds de ultieme middelen om brand te stichten.
Brandbare vloeistof gebruikt men om een brand snel te laten ontwikkelen tot een grote
brand ("brandversnellers").
Dit is veelal het geval als een dader maar kort in de buurt van een in brand te steken object
wil zijn. Een dader wil de zekerheid dat het vuur zich ontwikkelt tot een brand, terwijl hij, na
het ontsteken van de brandbare vloeistof c.q. na de brandstichting, zich onmiddellijk van de
plaats delict wil verwijderen om niet als dader herkend te worden. (…)
"Om met een sigaret een brand te veroorzaken moet eraan een aantal voorwaarden
worden voldaan. De kegel van een sigaret, waaraan niet geïnhaleerd wordt, heeft een
aanmerkelijk lagere temperatuur dan een smeulende sigaret (ongeveer 5 Watt). Om een
brandbaar product te ontsteken c.q. te laten branden moet men de ontstekingstemperatuur
van dat product bereiken. Daarnaast Is het van belang hoe de sigaret op het brandbaar
product ligt. Valt een sigaret van enige hoogte (afstand mond - vloer of hand op
heuphoogte naar vloer) dan zal de as van de kegel vallen. Er wordt dan niet meer
geïnhaleerd en de sigaret zal smeulend opbranden. Afhankelijk van de lengte en
samenstelling zal de sigaret in enige tijd opbranden. Een aanmerkelijk verschil in brandtijd
zit in het feit of het een sigaret uit een pakje is of een zelfgerolde sigaret.
De meeste sigarettenmerken fabriceren tegenwoordig zelfdovende sigaretten. Ook het
vloeipapier is zodanig bewerkt dat dit niet brand. Was dat wel het geval dan zou de huls
sneller opbranden dan de tabak in de huls. Een sigaret op een vlak oppervlak straalt de
meeste warmte uit naar een vrije omgeving. Slechts het contactvlak, een lijn dus, zal
blootgesteld worden aan de straling van de smeulende kegel. Een smeulende sigaret vormt
weer een aslaag om de kegel. Die aslaag bestaat uit een koollaag die de warmte in de
kegel isoleert. Er zijn branden bij mij bekend die een gevolg zijn van een onzorgvuldig
achtergelaten brandende sigaret. Dit betreft in alle gevallen het roken in bed of op een
gestoffeerde zitbank of fauteuil. Daarbij moet de sigaret tussen kussen en armleuning
belanden, zodat nagenoeg de gehele omtrek van de sigaret geïsoleerd wordt en de
volledige hitte overgedragen kan worden aan het brandbare materiaal. Zo ook bij een
brand in bed. Met name dekbedden zijn erg brandbaar. Vooral de omtrek zelf. De vulling
bestaat veelal uit kunststof of veertjes. Die branden niet.
In onderhavige situatie is de brand tengevolge van een op de grond gevallen sigaret uiterst
onwaarschijnlijk.
In het geval van [appellant] hingen er Turkse wandkleden, een schoenzak en een vloerkleed.
Allen waren van onbrandbaar materiaal.
Het gordijntje dat aan de deur hing was verbrand. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat een
vallende sigaret vervolgens aan het aan de deur hangend gordijntje blijft "plakken."