Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Amersfoort(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
Niveau hbo
(…)
(…)
Niveau hbo
(…)
(…)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 6 oktober 2015. De rechtbank had de bezwaren van belanghebbende tegen de aanslagen in de inkomstenbelasting en de Zorgverzekeringswet voor het jaar 2012 ongegrond verklaard. Belanghebbende had een aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd gekregen naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 37.713 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 242, evenals een aanslag in de Zorgverzekeringswet naar een bijdrage-inkomen van € 4.807. Belanghebbende had verzocht om toekenning van de zelfstandigen- en startersaftrek, maar de inspecteur had dit geweigerd, omdat de uren die belanghebbende aan zijn opleidingen had besteed niet meetelden voor het urencriterium. Het geschil draait om de vraag of deze uren wel meetellen voor het urencriterium, zoals vastgelegd in artikel 3.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Het hof oordeelt dat de opleidingen niet noodzakelijk waren voor de uitoefening van de onderneming en dat de uren die aan deze opleidingen zijn besteed, niet meetellen voor het urencriterium. Hierdoor voldoet belanghebbende niet aan de voorwaarden voor de zelfstandigen- en startersaftrek. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.