Uitspraak
1.[verweerder 1] ,
[verweerder 2],
[verweerder 3],
[verweerder 4],
[verweerder 5],
[verweerder 6],
1.Het geding in eerste aanleg
15 januari 2016 die de kantonrechter (rechtbank Gelderland, locatie Arnhem) heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met de stukken van de eerste aanleg, binnengekomen bij de griffie van het hof op 4 maart 2016;
- het verweerschrift, tevens voorwaardelijk incidenteel hoger beroep, met producties;
22 juni 2016 of zoveel eerder als mogelijk is.
2.4 [verweerder] verzoekt in het principaal hoger beroep dat het hof de bestreden beschikking zal bekrachtigen, zo nodig onder verbetering en aanvulling van gronden, met veroordeling van Constar Plastics in de kosten van (het hof begrijpt:) het hoger beroep. In het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep verzoekt [verweerder] dat het hof, voor zover het tot de conclusie komt dat er geen sprake is geweest van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd, de bestreden beschikking zal vernietigen, voor zover deze strekt tot afwijzing van de subsidiaire verzoeken van [verweerder] , en deze verzoeken alsnog zal toewijzen en Constar Plastics zal veroordelen in de kosten van (het hof begrijpt:) het hoger beroep.
3.De feiten
4.Het verzoek aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
5.De beoordeling in hoger beroep
mede(curs. hof) dankzij [B.] de keuze op [verweerder] is gevallen. Dat [B.] vervolgens door Constar Plastics is belast met de uitvoering van het besluit bepaalde werknemers een arbeidsovereenkomst aan te bieden, leidt niet tot een ander oordeel.