Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de verwerking van het recht op het innen van achterstallige kinderalimentatie. De man en de vrouw zijn de ouders van een minderjarige, geboren in 2002, en zijn in 2003 gescheiden. Bij beschikking van de rechtbank is bepaald dat de man € 250,- per maand zou betalen, maar dit bedrag is later verlaagd naar € 100,- per maand. De vrouw heeft sinds 21 januari 2010 alleen het gezag over de minderjarige. De man heeft in 2009 een afstandsverklaring ondertekend, waarin hij afstand deed van zijn rechten en plichten met betrekking tot de minderjarige. De vrouw heeft echter pas in 2014 aanspraak gemaakt op de achterstallige kinderalimentatie. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw haar recht op het vorderen van deze alimentatie heeft verwerkt, omdat de man gerechtvaardigd vertrouwen had dat zij haar aanspraak niet meer zou geldend maken. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en verklaard dat de vrouw haar recht op betaling van achterstallige kinderalimentatie heeft verwerkt over de periode van 14 oktober 2009 tot 14 oktober 2014. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, aangezien het om een geschil tussen gewezen echtgenoten gaat.