Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 12 april 2014 te [plaats 1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland (telkens) door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde]
hij op of omstreeks 12 april 2014 te [plaats 1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een pinpas en/of een mobiele telefoon (merk Nokia Lumia), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
Interpretatie van de tenlastelegging
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
'Ik zag een meisje staan zonder schoenen, die had zij in haar hand en ze had overal gras. Ze stond te huilen. Haar make-up liep uit en ik dacht gelijk dat er iets met haar was gebeurd. Ik heb de grote poort geopend. Daarna is ze naar binnen gerend en ze heeft mij gevraagd de poort te sluiten. Daarna begon ze te schreeuwen dat iemand haar af wilde maken en dat ze verkracht was'.
'Mijn telefoon ging en een gebrekkig Engels sprekende jongen belt mij. Hij vroeg of ik naar hem toe wilde komen omdat hij een meisje had aangetroffen. (..) Hij brengt mij naar een Indonesisch meisje. (..) Ik hoorde haar huilen en zag haar op een stoel zitten helemaal in elkaar gedoken. Blote voeten, onder de vlekken. Ik vroeg haar wat er was gebeurd. Zij zei dat zij was verkracht en geslagen door een taxichauffeur. Ik zag letsel aan haar gezicht. Ze vertelde dat ze ontzettend was geslagen, dat haar keel was dichtgeknepen en ze dacht dat ze dood zou gaan en dat ze daarom alles gedaan had wat hij vroeg. (..) Ze zei ook dat ze bijna niet kon ademen. Ze wees tegelijkertijd naar haar adamsappel. Ze sprak heel onsamenhangend, huilde en was in paniek. Ze wilde in eerste instantie naar de politie. Ik vond dat een goed idee, maar ze zag er gehavend uit en heb haar naar een ziekenhuis gereden. (..) Doordat ze verwondingen had besloot ik haar naar het ziekenhuis te brengen, van daar uit kon de politie ook gebeld worden. Ik zag ook dat haar neus stuk was en aan de linkerzijde van haar lip. Allemaal vlekken op de kleding en heel verwilderd haar.’
Bewezenverklaring
hij op 12 april 2014 te [plaats 1] , door geweld en door bedreiging met geweld [benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde]
hij op 12 april 2014 te [plaats 1] , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde] heeft gedwongen tot de afgifte van een pinpas
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 3.797,68 (drieduizend zevenhonderdzevenennegentig euro en achtenzestig cent) bestaande uit € 297,68 (tweehonderdzevenennegentig euro en achtenzestig cent) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 3.797,68 (drieduizend zevenhonderdzevenennegentig euro en achtenzestig cent) bestaande uit € 297,68 (tweehonderdzevenennegentig euro en achtenzestig cent) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
47 (zevenenveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.