Uitspraak
Stichting Thuiszorg,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
grieven 1 tot en met 4stelt Stichting Thuiszorg aan de orde dat de kantonrechter, volgens de Stichting ten onrechte, bepaalde feiten niet (uitvoeriger) heeft vermeld.
om een vervolg te geven aan het verbetertraject.
4.De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
grieven 5 tot en met 7komt Stichting Thuiszorg op tegen de vernietiging van het ontslag op staande voet en de daarvoor door de kantonrechter gebezigde motivering. Volgens de Stichting heeft zij niet lichtvaardig naar het zwaarste middel gegrepen. [geïntimeerde] heeft maar liefst zesmaal geweigerd om te voldoen aan de redelijke opdracht tot het voeren van een gesprek met [regiomanager] , zij heeft geprobeerd de overige collega's bij het conflict te betrekken waarbij zij vertrouwelijke informatie heeft verstrekt en heeft haar leidinggevende en de organisatie en passant geschoffeerd.
grief 9betoogt Stichting Thuiszorg dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ten onrechte niet eerder heeft ontbonden dan per 1 maart 2016. Volgens haar toelichting had de ontbindingsdatum 12 november 2015 moeten zijn.
grief 10de proceskostenveroordeling inzake het verzoek van [geïntimeerde] in eerste aanleg ter discussie. Nu de kantonrechter ook naar het oordeel van het hof terecht het ontslag op staande voet heeft vernietigd, is deze grief ongegrond.