Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie van grieven tevens akte wijziging c.q. aanvulling van eis (met producties),
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een vrijwaringszaak tussen twee gewezen echtgenoten, [appellant] en [geïntimeerde], die in gemeenschap van goederen gehuwd zijn geweest. De echtscheiding tussen hen werd in 2001 uitgesproken. De zaak betreft een schuld aan Finata Bank B.V., waarvoor beide partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn gesteld. Bij vonnis van de kantonrechter op 15 oktober 2012 zijn zij veroordeeld tot betaling van € 13.004,76 aan Finata, met rente en proceskosten. [appellant] heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, dat onder zaaknummer 200.123.422 is geregistreerd.
In de vrijwaringszaak vordert [appellant] dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld tot betaling van de helft van hetgeen hij aan Finata heeft betaald, alsmede de helft van hetgeen hij nog zal moeten betalen. De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen, wat aanleiding gaf tot het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de wijziging van eis door [appellant] niet is betwist door [geïntimeerde] en dat Nederlands recht van toepassing is op het geschil.
Het hof heeft de grieven van [appellant] grotendeels toegewezen. Het hof oordeelt dat de subsidiaire en meer subsidiaire vordering van [appellant] kan worden toegewezen, mits hij meer dan de helft van de schuld aan Finata heeft voldaan. Het hof heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, gezien de relatie tussen de partijen als gewezen echtgenoten. Het vonnis van de kantonrechter is vernietigd en de vordering van [appellant] is toegewezen, met de bepaling dat [geïntimeerde] moet voldoen aan de betalingsverplichting indien [appellant] meer dan de helft van de schuld heeft voldaan.