3.5Rabobank was vanaf 1993 “huisbankier” van [appellant 2] , de tegelhandel en [appellant 1] in privé. Tussen Rabobank enerzijds en [appellant 2] en de tegelhandel, alsmede [appellant 1] anderzijds bestond een (uitgebreide) financierings- en zekerhedenrelatie. Kort samengevat gaat het om de navolgende overeenkomsten:
Zakelijke financiering en zekerheden
Hoofdelijk met [appellant 2] en de tegelhandel:
1) een overeenkomst van geldlening (ƒ 500.000) op 22 maart 2000;
2) een overeenkomst van geldlening (ƒ 400.000) op 12 september 2000;
3) een overeenkomst van geldlening (ƒ 700.000) op 25 januari 2001;
4) een overeenkomst van geldlening (€ 117.250) op 28 november 2006;
5) een overeenkomst van geldlening (€ 75.000) op 26 maart 2007;
6) een overeenkomst van geldlening (€ 50.000) op 4 november 2010;
7) een rekening-courant overeenkomst (€ 150.000) op 4 november 2010;
8) een overeenkomst van geldlening (€ 150.000) op 14 maart 2012;
Tot zekerheid voor genoemde financiering werden de navolgende zekerheden verstrekt:
9) een hypotheekrecht op een perceel industrieterrein in eigendom van [appellant 2] tot een bedrag van ƒ 1.000.000, verleend op 24 maart 2000;
10) een hypotheekrecht op het woonhuis van [appellant 1] en zijn echtgenote tot een bedrag van ƒ 250.000, verleend op 2 maart 2001;
11) een hypotheekrecht op het bedrijfspand in eigendom van [appellant 2] tot een bedrag van ƒ 700.000, verleend op 5 maart 2001;
12) een pandrecht op de inventaris van [appellant 2] en de tegelhandel, verleend op 22 maart 2000;
13) een pandrecht op de vorderingen van [appellant 2] op de tegelhandel uit hoofde van de tussen hen bestaande huurovereenkomst, verleend op 4 november 2010;
14) een pandrecht op de inventaris, voorraden, vorderingenportefeuille van [appellant 2] en de tegelhandel, verleend op 14 maart 2012;
15) een borgstelling door [appellant 1] in privé tot een bedrag van ƒ 400.000, verleend op 25 januari 2001.
Privé financiering en zekerheden
Met de heer en mevrouw [appellant 1]
16) een overeenkomst van geldlening (ƒ 250.000) op 29 juni 1996;
17) een overeenkomst van geldlening (ƒ 100.000) op 29 juni 1996;
Met de heer [appellant 1]
18) een rekening-courantovereenkomst (ƒ 70.000) op 17 juni 1999;
19) een overeenkomst van geldlening (ƒ 217.000) op 29 oktober 1999.
Tot zekerheid voor genoemde financiering werd de navolgende zekerheid verstrekt:
20) een hypotheekrecht op het woonhuis van [appellant 1] en zijn echtgenote tot een bedrag van ƒ 400.000, verleend op 18 oktober 1999.