Uitspraak
OVERWEGINGEN:
1 respectievelijk 15 februari 2016) een nadere terechtzitting heeft plaatsgevonden teneinde het verzuim te herstellen. Anders dan de raadsman is het hof van oordeel dat door de nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting van 1 februari 2016 geen einde is gekomen aan de voorlopige hechtenis van verdachte, maar dat de rechtbank binnen het systeem en de bedoeling van de wet en rekening houdende met alle betrokken belangen op toereikende wijze heeft voorzien in de situatie die door die nietigheid was ontstaan. Het hof ziet dan ook geen grond om op dit punt de beslissing waarvan beroep te vernietigen en de opheffing van de voorlopige hechtenis te bevelen.