Uitspraak
1.[appellante] ,
appellante,
appellant,
appellanten,
[geïntimeerde2],
de betrokkenerespectievelijk
mevrouw [geïntimeerde2],
geïntimeerden,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de curatele van mevrouw [geïntimeerde1], geboren in 1933. De zaak betreft de vraag of mevrouw [geïntimeerde1] onder curatele moet worden gesteld vanwege haar geestelijke toestand, waarbij de appellanten, haar kinderen, zich zorgen maken over haar vermogen om haar financiële en niet-financiële belangen te behartigen. Het hof heeft vastgesteld dat de door het hof benoemde deskundige, mevrouw drs. [C], geen contact heeft kunnen krijgen met mevrouw [geïntimeerde1] en daarom geen rapportage heeft kunnen opstellen. Ondanks herhaalde pogingen van de deskundige om een afspraak te maken, heeft zij geen onderzoek kunnen verrichten. De appellanten hebben aangevoerd dat mevrouw [geïntimeerde1] lijdt aan de ziekte van Alzheimer in een vergevorderd stadium, wat door de geïntimeerden wordt betwist. Het hof heeft op basis van het dossier en de verhandelingen ter zitting geconcludeerd dat er aanwijzingen zijn dat mevrouw [geïntimeerde1] niet in staat is haar belangen behoorlijk waar te nemen. Het hof heeft besloten om mevrouw [geïntimeerde1] onder curatele te stellen en benoemt [D] B.V. als curator, om verdere verdeeldheid binnen de familie te voorkomen. Tevens zijn de kosten van het deskundigenonderzoek vastgesteld op € 114,95, die voor rekening van mevrouw [geïntimeerde1] komen. De beschikking van de rechtbank Noord-Nederland is vernietigd en de uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.