Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
.Zij was de hoofdverzorger, de vader schakelde structureel zijn ouders in als oppas en kon zo zijn voltijdsdienstverband handhaven. Zij heeft getracht om via constructief overleg tot regelingen te komen met de vader over de gezamenlijke woning, maar dat is niet gelukt. De moeder is financieel niet in staat om enig eigenaar van de gezamenlijke woning te worden en kan ook geen zelfstandige woonruimte in de omgeving van [woonplaats vader] vinden. Daarom heeft zij, toen haar nieuwe relatie goed verliep, na verloop van tijd besloten bij haar nieuwe partner te gaan wonen. Alle pogingen om met de vader hierover in overleg te treden zijn op niets uitgelopen. Zij heeft de verhuizing zorgvuldig voorbereid. Er hebben vele bezoeken van haar en [kind] aan [woonplaats moeder] en aan de nieuwe partner en zijn dochter plaatsgevonden. Er is een verdieping van hun relatie gekomen en er is een betrokkenheid op elkaar ontstaan. Inmiddels heeft zij ook werkzaamheden gevonden, zij werkt thans twee dagen per week als websitebeheerster in [plaats] op de dagen dat [kind] niet bij haar verblijft. De nieuwe partner is sociaal gebonden aan [woonplaats moeder] . Met het oog op de schoolgang van [kind] wilde zij de verhuizing realiseren in de zomervakantie. [kind] gaat op dit moment echter nog niet naar school omdat partijen de oude zorgregeling nog uitvoeren. Qua ontwikkeling is [kind] er wel aan toe dat hij naar de basisschool gaat. Zodra hij vijf jaar wordt is hij verplicht onderwijs te volgen. Gelet op de leeftijd van [kind] is er nog geen sprake van worteling en sociale binding aan een woonplaats. Zij heeft de vader diverse voorstellen gedaan voor een passende frequentie van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken.