Uitspraak
verzoeker in het incidenteel hoger beroep,
belanghebbende in het principaal hoger beroep,
verder te noemen: de curator.
1.Het geding in eerste aanleg
Het geding in het principaal en het incidenteel hoger beroep
3.De vaststaande feiten
- verstaan dat de ondercuratelestelling van [belanghebbende] wordt opgeheven met ingang
- verstaan dat de uitspraak binnen tien dagen nadat de beschikking in kracht van
4.De motivering van de beslissing
[verzoeker] heeft ter zitting naar voren gebracht dat op dit moment met [E] wordt gezocht naar mogelijkheden van dagbesteding of begeleid wonen. Een eerdere vorm van begeleid wonen bij [F] is medio 2015 beëindigd. [belanghebbende] heeft ter zitting desgevraagd verklaard dat hij zich niet thuis voelde tussen de eveneens daar woonachtige psychiatrische patiënten. Groot punt van zorg, zoals blijkt uit het verslag van mevrouw [C] , maar ook uit andere stukken in het dossier, is dat [belanghebbende] zijn beperkingen niet accepteert en een uitgesproken wil tot zelfbeschikking heeft. Daarbij drijft hij zijn eigen zin door (volgens de heer [D] als "een ongeleid projectiel"). Doordat zijn beperkingen op het eerste gezicht niet zichtbaar zijn wordt hij dikwijls overschat. Uit het verslag van mevrouw [C] blijkt bovendien dat [belanghebbende] niet inziet dat zijn zelfbeeld en wereldbeeld niet in alle gevallen realistisch zijn. Het hof heeft dit ook ter zitting geconstateerd. Het hof acht de combinatie van enerzijds een sterke wil tot zelfbeschikking en anderzijds een onrealistisch zelf- en wereldbeeld, mede in het licht van het gegeven dat [belanghebbende] regelmatig wordt overschat, zodanig risicovol dat een ondercuratelestelling nog altijd nodig is om zijn belangen behoorlijk te behartigen. Een voldoende behartiging van de belangen van [belanghebbende] kan naar het oordeel van het hof niet met een minder verstrekkende maatregel (bewind in combinatie met mentorschap) worden bereikt.