Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
15 maart 2016
[Z](hierna: belanghebbende),
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
twee-onder-éénkapwoning die aan het water is gelegen. Belanghebbende heeft in juli 2005 de grond met een oppervlakte van 530 m² gekocht voor € 220.000. Van dit perceel bestaat 209 m² uit een talud aan de waterkant. Vanaf 2007 is de woning gebouwd. Volgens de aanvraag bouwvergunning bedragen de bouwkosten circa € 273.000. De woning is opgeleverd in 2009. De onroerende zaak is gelegen in [Z] in de [C] .
3.Geschil
8 oktober 2014, waarin de waarde is getaxeerd op € 560.000.
4.Beoordeling van het geschil
270 m2 bedraagt. Namens de heffingsambtenaar heeft de taxateur de woning namelijk ter plaatse opgemeten. Zijn bevindingen heeft hij neergelegd in een brief van 26 juni 2014. Daarin is opgemerkt dat de begane grond in totaal 105,62 m2 beslaat, de eerste verdieping 100,9 m2 en de zolder 64,3 m2. De zolderverdieping is slechts in aanmerking genomen voor zover de stahoogte ervan meer bedraagt dan 1,5 meter.
5.Proceskosten
6.Beslissing
mr. A. van Dongen, in tegenwoordigheid van drs. S. Darwinkel als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
15 maart 2016.
zes wekenna de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij: