In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de besloten vennootschap Continental Rekreatie B.V. tegen twee geïntimeerden, die in eerste aanleg gedaagden waren. De zaak betreft een ontbindende financieringsvoorwaarde bij de verkoop van een chalet. Het hof verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Gelderland, waarin de zaak eerder is behandeld. De procedure in hoger beroep begon met een dagvaarding op 24 januari 2014, gevolgd door een memorie van grieven en een memorie van antwoord. Het hof heeft besloten om een meervoudige comparitie van partijen te gelasten om inlichtingen in te winnen en een minnelijke regeling te beproeven. De comparitie zal plaatsvinden in het paleis van justitie in Arnhem, waarbij partijen en hun advocaten aanwezig moeten zijn. Het hof heeft ook bepaald dat partijen hun verhinderdagen moeten opgeven en dat Continental het volledige procesdossier in drievoud moet overleggen. Het arrest is gewezen op 15 maart 2016 door de rechters H.L. Wattel, L.J. de Kerpel-van de Poel en C.G. ter Veer, en is in het openbaar uitgesproken.