Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 18 maart 2015, waarin de kinderalimentatie was vastgesteld op een bedrag dat volgens haar met grove miskenning van de wettelijke maatstaven was bepaald. De man, verweerder in hoger beroep, had de kinderen erkend en was gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen moest betalen, maar de vrouw stelde dat deze bijdrage te laag was en niet voldeed aan de wettelijke normen.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling die op 17 december 2015 heeft plaatsgevonden. De vrouw heeft zes grieven ingediend, waarbij zij onder andere aanvoert dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de kinderalimentatie was vastgesteld met grove miskenning van de wettelijke maatstaven. Het hof heeft de grieven van de vrouw beoordeeld en geconcludeerd dat de door partijen overeengekomen bijdrage van de man aan de kinderen veel hoger was dan de berekende behoefte, wat leidde tot de conclusie dat er inderdaad sprake was van een grove miskenning van de wettelijke maatstaven.
Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van wettelijke normen bij het vaststellen van alimentatie en de verantwoordelijkheden van beide ouders in de zorg voor hun kinderen.