ECLI:NL:GHARL:2016:1410
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beslissing over het gezag van een minderjarige na ontbinding van een geregistreerd partnerschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezag van een minderjarige, geboren uit een inmiddels ontbonden geregistreerd partnerschap. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel van 2 juli 2015 aangevochten, waarin was bepaald dat het gezag over de minderjarige voortaan alleen aan de moeder toekomt. De vader verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en het verzoek van de moeder om alleen belast te worden met het gezag af te wijzen. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft het verzoek van de vader bestreden en verzocht om niet-ontvankelijkheid of ongegrondverklaring van het beroepschrift.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn tot de noodzakelijke communicatie voor gezamenlijke gezagsuitoefening, wat heeft geleid tot een ernstig verstoorde relatie. De minderjarige heeft aangegeven bang te zijn voor de vader en geen contact met hem te willen. Het hof heeft geconcludeerd dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders, en dat wijziging van het gezag in het belang van het kind noodzakelijk is. De beschikking van de rechtbank is bekrachtigd, waarbij het hof benadrukt dat de vader nog steeds een rol kan spelen in het leven van de minderjarige, ondanks dat de moeder alleen met het gezag wordt belast.