ECLI:NL:GHARL:2016:10656

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 februari 2016
Publicatiedatum
2 mei 2017
Zaaknummer
21-005431-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep tegen politierechter Overijssel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel, dat op 14 september 2015 was gewezen. De verdachte, geboren in 1973, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzitting van 11 februari 2016, waarbij het hof ook kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal.

Het hof oordeelde dat de eerste rechter op juiste gronden had geoordeeld en dat het vonnis waarvan beroep op juiste wijze was beslist. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, met inachtneming van de relevante wetsartikelen, waaronder artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.

De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter mr. P. van Dijken was, bijgestaan door mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg en mr. B.F.A. van der Krabben. De griffier mr. K. van Laarhoven was ook aanwezig. De verdachte was niet aanwezig tijdens de uitspraak. Het proces-verbaal van de zitting werd opgemaakt en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005431-15
Uitspraak d.d.: 25 februari 2016
VERSTEK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 14 september 2015 met parketnummer 08-002123-15 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
wonende te [woonplaats].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 11 februari 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof is van oordeel dat de eerste rechter op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom dient het vonnis waarvan beroep met overneming van die gronden te worden bevestigd, met aanvulling van de aan te halen wetsartikelen met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Aldus gewezen door
mr. P. van Dijken, voorzitter,
mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg en mr. B.F.A. van der Krabben, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K. van Laarhoven, griffier,
en op 25 februari 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 25 februari 2016.
Tegenwoordig:
mr. E.A.K.G. Ruys, voorzitter,
mr. E.J. Julsing-Nijenhuis, advocaat-generaal,
B. Moorlag, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.