Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
Het verdere verloop blijkt uit:
- het proces-verbaal van de ingevolge het tussenarrest op 10 december 2015 gehouden plaatsopneming en comparitie van partijen,
- de memorie van grieven,
- de memorie van antwoord.
2.De vaststaande feiten
3.Het geding in eerste aanleg
Met rechtsoverweging 2.2 van het bestreden eindvonnis is de rechtbank er impliciet vanuit gegaan dat, indien er een verjaring liep zoals [geïntimeerden] hebben gesteld, deze verjaring bij brief van [appellante] ’s advocaat van 10 september 2013 is gestuit. In die brief eiste zij dat [geïntimeerden] de strook zouden ontruimen. Dit betekent, aldus de redenering in het eindvonnis, dat [geïntimeerden] in het bewijs van de verjaring zijn geslaagd indien blijkt dat zij voortdurend sinds 10 september 1993 bezitter van de strook waren.
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
5.Slotsom
€ 1.788(2 punten x tarief II)