Uitspraak
1.[appellant] ,wonende te [A] ,2. [appellante] ,wonende te [A] ,appellanten,
[appellanten] c.s.,
VERENIGING VAN EIGENAREN RUSK,
gevestigd te Earnewâld,
verweerster in hoger beroep,
in eerste aanleg: verweerster,
hierna:
de VvE,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het appelschrift, ter griffie ontvangen op 25 april 2016;
- het verweerschrift (met producties), ter griffie ontvangen op 27 juni 2016;
- de nadere stukken van de zijde van [appellanten] c.s., ter griffie ontvangen op 14 oktober 2016;
- de mondelinge behandeling d.d. 21 oktober 2016, waarbij de advocaten van partijen het woord hebben gevoerd.
3.De vaststaande feiten
2 (2.1 tot en met 2.6) van de aangevallen beschikking, aangevuld met enkele andere feiten die tussen partijen vaststaan.
“
3. Het is niet geoorloofd zonder toestemming van de vergadering beplantingen, bouwsels of schuttingen/afscheidingen te hebben, waardoor het uitzicht van de andere eigenaars of gebruikers en het ontvangen van licht en lucht door de ramen en openingen van privégedeelten zouden worden belemmerd. Bij huishoudelijk reglement en/of andere reglementen kunnen voorschriften hieromtrent worden gesteld. (…)6. Bouwkundige veranderingen waardoor het (architectonisch) aanzien van privégedeelten wijziging ondergaat zomede het aanbrengen van op-, aan- of onderbouw en van bouwsels op de privégedeelten behoeven voorafgaande goedkeuring van de vergadering, ongeacht of daarvoor de van overheidswege benodigde vergunningen zijn verleend.”
“
Bouwkundige veranderingenArtikel 131. Voor bouwkundige veranderingen en het aanbrengen van op-, aan- of onderbouw, bouwsels of afscheidingen gelden de bepalingen zoals bedoeld in artikel 20 van het reglement van splitsing.2. Het optrekken van dichte schuttingen tussen de percelen of grenzend aan de openbare weg is niet toegestaan.3. Alvorens de vergadering te raadplegen moet over de voorgenomen veranderingen overleg zijn geweest met de eigenaren van de percelen waarvan mogelijkerwijs, door de voorgenomen wijzigingen, het uitzicht en/of het ontvangen van licht en lucht door de ramen en openingen van de privégedeelten zouden worden belemmerd.”
“
1. De berging blijft binnen een oppervlaktemaat van 3.00 x 3.00 meter, met een vrijstelling van 10%.2. De hoogte bedraagt niet meer dan 2.20 m, met een vrijstelling van 10%.(…)9. Aangezien de situering van de bungalows zeer divers is, dient elke berging overeenkomstig de statuten van het eiland Rusk aan het bestuur, c.q. de voorzitter ter goedkeuring te worden voorgelegd.10. Voor bergingen moet een WABO (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) bij de gemeente Tietsjerksteradeel te worden aangevraagd. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de aanvrager.”
4 meter lang zijn en sprake is van een inham van 2 bij 2 meter en een dak van 5 bij 5 meter. Het bestuur van de VvE heeft de toestemming geweigerd.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
20 juni 2015 is er volgens de kantonrechter eveneens geen aanleiding voor het verlenen van een vervangende machtiging.
5.De ontvankelijkheid van het beroep
6.De reikwijdte van het beroep
grieven I tot en met III, die zich keren tegen de beslissing van de kantonrechter zich onbevoegd te verklaren ten aanzien van de verklaring voor recht betreffende de nietigheid van de voorwaarden, de verklaring voor recht betreffende de nietigheid van het besluit van 20 juni 2015 en de vernietiging van dat besluit, falen bij gebrek aan belang, nu [appellanten] c.s. in appel niet meer verzoeken om een verklaring voor recht dat de voorwaarden en het besluit van 20 juni 2015 nietig zijn en niet langer de vernietiging van dat besluit verzoeken. Voor zover [appellanten] c.s. zich met grief III keren tegen de afwijzing van het verzoek tot vernietiging van het besluit van 20 juni 2015 zijn zij niet-ontvankelijk vanwege de overschrijding van de voor die beslissing geldende appeltermijn. Het hof zal hetgeen [appellanten] c.s. in de toelichting op deze grieven aanvoeren, wel betrekken bij zijn oordeel over
grief IV, waarmee [appellanten] c.s. opkomen tegen de afwijzing door de kantonrechter van het verzoek om een voorlopige machtiging, voor zover de toelichting voor zijn oordeel relevant is.
7.De bespreking van de (overige) grieven
2 punten, tarief II).